nap

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord nap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord nap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je nap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord nap is hier. De definitie van het woord nap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: NAP
  • nap
enkelvoud meervoud
naamwoord nap nappen
verkleinwoord napje napjes

de napm

  1. houten kom
  2. diepe schotel
  3. (verouderd), (drinken) drinkbeker, drinkschaal
  4. (visserij), (scheepvaart) kleine boot gebruikt bij de beugvisserij
enkelvoud meervoud
naamwoord nap nappen
verkleinwoord napje napjes

de napm

  1. (Belgisch Nederlands), (huishouden) tafellaken
73 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
nap naps

nap

  1. dutje
  2. vleug, vleugje
  3. (spel) (bij paardenrennen)  inzet zn 
vervoeging
onbepaalde wijs to  nap 
he/she/it  naps 
verleden tijd  napped 
voltooid
deelwoord
 napped 
onvoltooid
deelwoord
 napping 
gebiedende wijs  nap 

nap

  1. onovergankelijk een dutje doen
  2. overgankelijk omhoogborstelen
  3. overgankelijk  tippen ww 





nap

  1. dag
  2. zon
  3. zonneschijn