brand
== Nederlands ==
===== Uitspraak =====
Geluid: brand (hulp, bestand)
IPA: / brɑnt / (1 lettergreep)
(Noord-Nederland): /ˈbrɑnt/
(Vlaanderen, Brabant): /ˈbrɑnt/
(Limburg): /ˈbrɑnd/
===== Woordafbreking =====
brand
===== Woordherkomst en -opbouw =====
erfwoord via Middelnederlands brant van Oudnederlands brant, als deel van toponiem aangetroffen vanaf 1001-1050, in de betekenis van ‘vuur’ aangetroffen vanaf 1240
==== Zelfstandig naamwoord ====
de brand m
verbranding met vuur
Er is een brand in de school.
(figuurlijk) iets dat heel warm en schadelijk is
▸ Ik liep als het ware met een rasp in mijn achterste (chafing noemen ze dat in Amerika) wat verschrikkelijk veel pijn deed, het was alsof ik in brand stond. Zelfs met speciaal chafing-poeder (‘Anti Monkey Butt Powder’) bleef de pijn de hele dag doorzeuren.
===== Synoniemen =====
[1] fik, hens
===== Verwante begrippen =====
[1] vuur
[2] vuurzee
===== Hyponiemen =====
===== Afgeleide begrippen =====
===== Uitdrukkingen en gezegden =====
In brand vliegen
Een brandje blussen
In de brand zitten
Moord en brand schreeuwen
Uit de brand zijn
Zo helder (schoon, zuiver) als een (de) brand
===== Vertalingen =====
==== Werkwoord ====
brand
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van branden
Ik brand.
gebiedende wijs van branden
Brand!
(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van branden
Brand je?
===== Uitdrukkingen en gezegden =====
Dominee brand je bekje niet
==== Gangbaarheid ====
Het woord brand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brand" herkend door:
==== Meer informatie ====
Zie Wikipedia voor meer informatie.
==== Verwijzingen ====
== Engels ==
===== Uitspraak =====
Geluid: brand (VS) (hulp, bestand)
===== Woordherkomst en -opbouw =====
Uit het Oudengels, te herleiden tot het Protogermaanse *brandaz.
==== Zelfstandig naamwoord ====
brand
merk
brandmerk, stigma
brandijzer
==== Werkwoord ====
brand
overgankelijk brandmerken
== Noors ==
===== Uitspraak =====
(klemtoonhomogram)
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
[A]: IPA: / bɾɑn /
[B]: IPA: / brænd /
===== Woordafbreking =====
brand
===== Woordherkomst en -opbouw =====
[A]: Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brandr
[B]: Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord brand
==== Zelfstandig naamwoord ====
[A]: brand, m
een gesneden post of stok
dwarshout
bonk, vent
een bevreesde, onverschrokken persoon
===== Schrijfwijzen =====
[3-4]: brande
===== Synoniemen =====
[1]: stock
[1]: stolpe
[2]: tverrtre
===== Hyperoniemen =====
[3]: kar
[4]: person
==== Zelfstandig naamwoord ====
[B] brand, m
handelsmerk, merk
===== Synoniemen =====
firmamerke
kvalitet
sort
stempel
varemerke
==== Zelfstandig naamwoord ====
brand
verouderde spelling of vorm van brann
onbepaalde mannelijke vorm nominatief enkelvoud van brand
== Nynorsk ==
===== Uitspraak =====
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: / bɾɑn /
===== Woordafbreking =====
brand
===== Woordherkomst en -opbouw =====
Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brandr
==== Zelfstandig naamwoord ====
brand, m
een gesneden post of stok
dwarshout
een lange knuppel
bonk, vent
een bevreesde, onverschrokken persoon
===== Schrijfwijzen =====
[4-5]: brande
===== Synoniemen =====
[1]: stock
[1]: stolpe
[2]: tverrtre
===== Hyperoniemen =====
[3]: vedskie
[4]: kar
[5]: person
==== Zelfstandig naamwoord ====
brand
verouderde spelling of vorm van brann
onbepaalde mannelijke vorm nominatief enkelvoud van brand
== Zweeds ==
===== Uitspraak =====
Geluid: brand (hulp, bestand)
===== Woordafbreking =====
brand
===== Woordherkomst en -opbouw =====
Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brandr (Oudzweeds: brander)
==== Zelfstandig naamwoord ====
brand, g
brand
«Ingen person skadades i samband med branden.»
Niemand raakte gewond bij de brand.
(medisch) koudvuur, nat gangreen
===== Synoniemen =====
[1]: eldsvåda
[2]: kallbrand
===== Hyponiemen =====
===== Afgeleide begrippen =====
===== Verwante begrippen =====