fruit
== Nederlands ==
===== Uitspraak =====
Geluid: fruit (hulp, bestand)
IPA: / frœyt / (1 lettergreep)
(Noord-Nederland): /frœʏ̯t/, /frʌʏ̯t/
(Vlaanderen, Brabant, Limburg): /frœːt/
===== Woordafbreking =====
fruit
===== Woordherkomst en -opbouw =====
Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vruchten’ voor het eerst aangetroffen in 1285
==== Zelfstandig naamwoord ====
het fruit o
(voeding) voedsel dat bestaat uit eetbare vruchten echter let op!
Voldoende fruit eten is gezond.
▸ Elke dag denderden vrachtwagens met groente, fruit en wijn van het Zuiden naar Parijs.
▸ Ik bleef maar naar het all-you-can-eatbuffet teruggaan voor meer eten. Er kwam geen einde aan: zalmsalade, pasta, groente, sushi, biefstuk, soep, chocoladetaart, witte chocoladetaart, crème brûlee, vers fruit met room, bier, koffie en whisky.
===== Synoniemen =====
ooft
===== Hyponiemen =====
===== Afgeleide begrippen =====
===== Uitdrukkingen en gezegden =====
Laaghangend fruit
Een rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand
===== Vertalingen =====
==== Werkwoord ====
fruit
enkelvoud tegenwoordige tijd van fruiten
gebiedende wijs van fruiten
==== Gangbaarheid ====
Het woord fruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fruit" herkend door:
==== Meer informatie ====
Zie Wikipedia voor meer informatie.
==== Verwijzingen ====
== Achterhoeks ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
fruit
(voeding) fruit; voedsel dat bestaat uit eetbare vruchten
== Engels ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
fruit
(voeding) fruit
== Nedersaksisch ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
fruit
(voeding) fruit; voedsel dat bestaat uit eetbare vruchten
===== Synoniemen =====
Aaft
Aft
Ooft
==== Meer informatie ====
Zie Wikipedia voor meer informatie.