10 Resultaten gevonden voor "nl/haak".

hak

== Nederlands == ===== Uitspraak ===== Geluid: hak (hulp, bestand) IPA: / hɑk / (1 lettergreep) ===== Woordafbreking ===== hak ===== Woordherkomst en -opbouw ===== In de betekenis van ‘landbouwwerktuig’ voor het eerst aangetroffen in 1301 ==== Zelfstandig naamwoord ==== de hak m (anatomie) hiel van de voet verhoging onder een schoen bij de hiel (gereedschap) werktuig om de grond mee open te hakken ===== Uitdrukkingen en gezegden ===== een hak zetten [2] met de hakken over de sloot halen op de hak nemen van de hak op de tak springen • In mijn enthousiasme is het soms moeilijk mijn verhalen te volgen, omdat ik geneigd ben van de hak op de tak te springen. ===== Hyponiemen ===== blokhak, kolenhak, naaldhak, piephak, sandwichhak, schijthak, sleehak, slofhak ===== Afgeleide begrippen ===== ===== Vertalingen ===== ==== Werkwoord ==== hak eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakken Ik hak. gebiedende wijs van hakken Hak! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakken Hak je? ==== Gangbaarheid ==== Het woord hak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie. In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hak" herkend door: ==== Meer informatie ==== Zie Wikipedia voor meer informatie. ==== Verwijzingen ==== == IJslands == ===== Uitspraak ===== Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? IPA: / haːk / ===== Woordafbreking ===== hak ==== Zelfstandig naamwoord ==== hak, o hak, inkeping, keep, kerf, kartel ==== Zelfstandig naamwoord ==== hak accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van hak == Indonesisch == ==== Zelfstandig naamwoord ==== hak recht == Pools == ==== Zelfstandig naamwoord ==== hak haak == Turks == ==== Zelfstandig naamwoord ==== hak recht