10 Resultaten gevonden voor "nl/nl/doof".

doof

Geluid:  doof    (hulp, bestand) IPA: /doːf/ doof In de betekenis van ‘niet kunnende horen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 doof niet of minder goed...


dof

Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 dof op website: Etymologiebank.nl Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001). Suzanne Vermeer...


Oost-Indisch

Oost-Indisch van, in, uit Oost-Indië West-Indisch Oost-Indisch doof, Oost-Indische kers Oost-Indisch doof net doen of men niets heeft gehoord Het woord Oost-Indisch...


doofpot

Geluid:  doofpot    (hulp, bestand) doof·pot samenstelling van  doof ww  en  pot zn  de doofpot m pot waarin men in vroeger tijden turven of kolen doofde...


doffen

Geluid:  doffen    (hulp, bestand) dof·fen afgeleid van dof met het achtervoegsel -en Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoorddoffen...


doofpotbeleid

Geluid:  doofpotbeleid    (hulp, bestand) doof·pot·be·leid samenstelling van  doofpot  en  beleid  het doofpotbeleid o 'beleid' dat er op neer komt dat...


potdoof

pot·doof In de betekenis van ‘zeer doof’ voor het eerst aangetroffen in 1837 intensief, samenstelling van  pot zn  en  doof zn  potdoof heel erg doof, zeer...


doffelen

Geluid:  doffelen    (hulp, bestand) dof·fe·len doffelen (verouderd) stevig inpakken, warm aankleden duffelen indoffelen, opdoffelen Het woord 'doffelen'...


hardhorig

achtervoegsel -ig hardhorig (medisch) slecht kunnen horen slechthorend, doof, gehoorgestoord hardhorigheid hardhorend, hardhorendheid     1.    Het woord...


handvleugeligen

Taal van de Taalunie. Weblink bron Marcel aan de Brugh “Een dof 'dig dig dig'; Vleermuizen gedijen in een rommelig landschap” (15 maart 1997) op nrc.nl...