gebruik van een object doop eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dopen Ik doop. gebiedende wijs van dopen Doop! (bij inversie) tweede persoon...
dopen (hulp, bestand) do·pen In de betekenis van ‘dompelen, door doop in geloofsgemeenschap opnemen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 dopen overgankelijk...
Geluid: dop (hulp, bestand) IPA: /dɔp/ dop In de betekenis van ‘schaal’ voor het eerst aangetroffen in 1287 de dop m een stevig omhulsel, ongeveer...
Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 dope op website: Etymologiebank.nl Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001). Door archive...
Geluid: doopvaart (hulp, bestand) IPA: /'do:pva:rt/ doop·vaart Volgens delpher.nl is de oudste verschijning in een krant van 2 Okt 1925, n.a.v. "de...
om ergens in te dopen Het woord dipstick staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie. dipstick op website: Etymologiebank.nl...
doopvont (hulp, bestand) IPA: / ˈdopfɔnt / (2 lettergrepen); /ˈdop.vɔnt/ doop·vont samenstelling van doop ww en vont zn , jongere vorm van "vont" (Middelnederlands...
website: Etymologiebank.nl budel fles; een langgerekt, cilindrisch en meestal van glas vervaardigd vat met een nauwe hals die met een dop of kurk af te sluiten...
aanhanger van radicale godsdiensthervormers, hoogtepunt rond 1534, die o.a. de doop van de volwassenen voorstonden doopsgezinde, anabaptisme Zie Wikipedia voor...
naafdopjes (hulp, bestand) IPA: / ˈnavdɔpjəs / (3 lettergrepen) naaf·dop·jes naafdopje met uitgang -s de naafdopjes mv verkleinwoord meervoud van...