Geluid: flauwerd (hulp, bestand) flau·werd afleiding van flauw met het achtervoegsel -erd de flauwerd m iemand die bang is voor alles en niets durft...
eerst aangetroffen in het jaar 1620 de labbekak m (scheldwoord) lafaard, flauwerd, flauwerik; iemand die tot niets komt, waardeloos persoon Die man wordt...
zin smakeloos Hij haalt soms de flauwste grappen uit. pittig flauwekul, flauwerd, flauwerik, flauwhartig, flauwheid, flauwiteit, flauwte, flauwvallen, verflauwen...
krijgt niet echt greep op zijn partij: zijn Don José blijft een angsthazige flauwerd. De Escamillo van dienst is meer Roemeense maffiabaas dan Spaanse seksbom...