tegenwoordige tijd van kauwen Ik kauw. gebiedende wijs van kauwen Kauw! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kauwen Kauw je? zoetekauw...
Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 kauwen op website: Etymologiebank.nl Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico...
van Sjaak de sjaak m een andere naam voor een kauw de sjaak zijn:erge pech hebben; de pineut zijn [1] kauw Het woord sjaak staat in de Woordenlijst Nederlandse...
vernoemd naar de vorm of grootte van de pruim. [1] In de betekenis van ‘tabak kauwen’ in plukjes tabak (die op gekookte pruimen lijken) aangetroffen vanaf 1779...
is gemaakt om schepen aan te leggen (zangvogels) kauw Corvus monedula ka geluid van een kraai of kauw, wordt vaak een paar keer herhaald Het woord ka...
dan wel omgekeerd? ▸ 'Maar hoe vul je zijn mondje?. Wat geef je een jonge kauw te eten?', zei Winnies grootmoeder. 'Ga om te beginnen maar een onsje regenwurmen...
bestand) kauw·gom In de betekenis van ‘snoepgoed van suiker, olie en gom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 samenstelling van kauw ww en gom ...
her·kau·wen afgeleid van kauwen met het voorvoegsel her- herkauwen inergatief (biologie) spijsbrokken oprispen en opnieuw kauwen, zoals runderen dat doen...
Middelnederlands cnauwen, vermoedelijk een mengvorm van knagen en kauwen; in de betekenis van ‘sterk kauwen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 knauwen...
overgankelijk (voeding) (water) uitpompen met een molen of gemaal overgankelijk kauwen afmalen, avondmalen, bemalen, droogmalen, fijnmalen, leegmalen, opmalen...