2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lomperik" herkend door: lomperik op website: Etymologiebank.nl Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001)...
zn en kapper zn de kloefkapper m (beroep) klompenmaker (scheldwoord) lomperik Het woord kloefkapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de...
pummel lomperd, lomperik Het woord 'grobbejanus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie. grobbejanus op website: Etymologiebank.nl...
de schaamteloze, de vlegel, de achterdochtige, de weerzinwekkende, de lomperik, de ijdeltuit, de verwaande, de kwaadspreker en de opschepper kwatong...
de schaamteloze, de vlegel, de achterdochtige, de weerzinwekkende, de lomperik, de ijdeltuit, de verwaande, de kwaadspreker en de opschepper keuvelaar...
lum·me·len Afgeleid van het zelfstandig naamwoord lummel (synoniem voor lomperik en sukkel), van het Nederduitse woord lummel lummelen inergatief een tijd...
onbeleefd persoon Ga toch weg, jij lomperd! [1] kluns, hobbezak [1], [2] lomperik 1. een onhandig persoon 2. een grof en onbeleefd persoon ...
de schaamteloze, de vlegel, de achterdochtige, de weerzinwekkende, de lomperik, de ijdeltuit, de verwaande, de kwaadspreker en de opschepper veinzeres...
samenstelling van rouw en douw de rouwdouw m (informeel) ruwe kerel, lomperik rouwdouwer rauwdouwen rouwdouw eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd...
dik en plomp persoon Een ongelikte beer Een onbeschoft persoon, hork, lomperik Zo sterk als een beer zijn Lichamelijk heel sterk, veel spierkracht bezittend...