Geluid: leuteren (hulp, bestand) leu·te·ren In de betekenis van ‘kletsen’ voor het eerst aangetroffen in 1809 leuteren onovergankelijk praten zonder...
Zal ik 'ns een bakkie leut zetten? leute (Vlaams) koffieleut, theeleut leuterig, leutig Het woord leut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de...
het grondwoord noemt b.v. tranerig, aanstellerig -ig enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht 1. etymologiebank.nl...
dat echt veel zin heeft Hij stond maar wat te parlevinken. [2] kletsen, leuteren parlevinker de parlevinken mv meervoud van het zelfstandig naamwoord parlevink...
Geluid: labbekak (hulp, bestand) lab·be·kak Samenstelling van labben "leuteren" en kak waarvan de herkomst onzeker is; mogelijk is dit hetzelfde woord...
Geluid: leuterkous (hulp, bestand) leu·ter·kous samenstelling van leuteren ww en kous zn de leuterkous v / m (pejoratief) iemand die veel kletst...
maar wat! [2] babbelen, keuvelen, kneuteren [2], koekwouzen, kouten [3] leuteren, lullen, ouwehoeren, zwammen [1] afkletsen, erin kletsen, neerkletsen,...
man, penis, vooral gebruikt voor onvolgroeide jongens fluit, jongeheer, leuter, lul, penis, piel, plasser, potlood, pik piemelnaakt 1. geslachtsdeel...
schlemiel Ik moet de trein halen, anders ben ik de lul. 1. fluit, jongeheer, leuter, lid, mannelijkheid, mannelijk lid, penis, piel, piemel, pik, plasser, potlood...
digitaal speeltje wereldkundig te maken. [1] slenteren, lijntrekken, leuteren, dreutelen, teuten [2] klungelen, beuzelen [3] talmen, dralen, aarzelen...