zwart
== Nederlands ==
===== Uitspraak =====
Geluid: zwart (hulp, bestand)
IPA: / zwɑrt / (1 lettergreep)
===== Woordafbreking =====
zwart
===== Woordherkomst en -opbouw =====
erfwoord, via Middelnederlands swart van Oudnederlands swart, in de betekenis van ‘kleur waarbij licht niet wordt teruggekaatst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1001 Dit woord is te herleiden tot Indo-Europees *suord- of *surd- en cognaat met Duits schwarz, Noors svart, Gotisch 𐍃𐍅𐌰𐍂𐍄𐍃 (swarts) en Latijn sordidus
==== Zelfstandig naamwoord ====
het zwart o
(kleur) kleur die wordt waargenomen als iets helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Heeft u die ook in het zwart?
Zwart is de kleur van rouw, van de zondeval en van de Satan die zich afkeert van het Licht.
Grijs, wit en zwart zijn achromatische kleuren en dat betekent letterlijk dat dit kleuren zijn ‘zonder een echte kleur’.
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) de kleur zwart hebbend
Hij had een zwart pak aan.
▸ De zwart verkoolde buitenkant omhulde zacht, wit vlees.
(figuurlijk) een donker gelaat of uiterlijk hebbend, opgevat als een etnisch kenmerk
▸ Een seecker Moorjaen komende in't Sticht van Munster, quam voor een Hecke, alwaer hy niet wel door kon, en een Boer daer ontrent wesende, riep hem om het Hecke open te doen: Den Boer desen zwarten Mensche siende, was vervaert, en dorst niet komen, den Moorjaen begon te schelden, en dreyghde hem te slaen.
▸ `Zwarte Piet of 'Pietje Pik', zo noemde het volk in de middeleeuwen de duivel.
(figuurlijk) somber, rampspoedig
Een zwarte dag.
Een zwart scenario.
(figuurlijk) clandestien, illegaal
Zwart geld
Zwart werken
===== Hyperoniemen =====
[1] achromatisch
===== Hyponiemen =====
(intensivering) allerzwartst, inzwart, diepzwart, gitzwart, inktzwart, koolzwart, overzwart, pikzwart, roetzwart
===== Afgeleide begrippen =====
===== Uitdrukkingen en gezegden =====
===== Spreekwoorden =====
De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet
===== Vertalingen =====
==== Bijwoord ====
zwart
bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
zwartrijden: Hij reed soms zwart.
==== Werkwoord ====
zwart
enkelvoud tegenwoordige tijd van zwarten
gebiedende wijs van zwarten
==== Gangbaarheid ====
Het woord zwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwart" herkend door:
==== Meer informatie ====
Zie Wikipedia voor meer informatie.
==== Verwijzingen ====
== Achterhoeks ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; de kleur zwart hebbend
== Limburgs ==
===== Uitspraak =====
IPA: /ˈzwɑrt/ (Etsbergs)
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart
==== Zelfstandig naamwoord ====
zwart o
(kleur) zwart
===== Verbuiging =====
== Nedersaksisch ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; de kleur zwart hebbend
zwart; clandestien, illegaal
===== Schrijfwijzen =====
swart
swatt
schwatt
===== Hyperoniemen =====
Klör
== Sallands ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; de kleur zwart hebbend
== Twents ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; de kleur zwart hebbend
== Veluws ==
==== Zelfstandig naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
==== Bijvoeglijk naamwoord ====
zwart
(kleur) zwart; de kleur zwart hebbend
===== Schrijfwijzen =====
swart