afpluizen, doorpluizen, napluizen, uitpluizen pluisfluweel, pluishaar, pluizerig de pluizen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord pluis Het woord pluizen...
woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht etymologiebank.nl Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001). Woordenboek der Nederlandsche...