Geluid: regenen (hulp, bestand) IPA: /ˈreɣənə(n)/ re·ge·nen afgeleid van regen met het achtervoegsel -en regenen onpersoonlijk (meteorologie) het...
bakstenen regenen hozen katten en honden regenen koeienstaarten regenen met bakken uit de hemel regenen oude wijven regenen pieken regenen plenzen regenen dat...
roken door eigen schuld in moeilijkheden komen [3]: pijpenstelen regenen heel hard regenen 1. buis 2. broekspijp pijp eerste persoon enkelvoud...
hard regenen, stortregenen Het zeikt buiten. [1] drammen, zagen [2], zaniken, zeuren, zeveren [2] [2] plassen, urineren, wateren, pissen [3] regenen, stortregenen...
uitstekend stuk dak dat beschutting verleent aan de buitenmuur Het gaat regenen; laten we even onder het afdakje gaan staan. 1. een schuin van een...
traag zijn (1811) onpersoonlijk regenachtig zijn, op lusteloze wijze regenen [1] dutten, sluimeren druilerig, druilig, druilmast, druiloor, druilregen...
dus ik kon mijn ogen niet geloven toen het opeens uit het niets begon te regenen. ▸ Waakzaam schoten mijn ogen alle kanten op, speurend naar verborgen slangen...
dus ik kon mijn ogen niet geloven toen het opeens uit het niets begon te regenen. ▸ Maar dit gevoel duurde niet lang want na een kort praatje schreef hij...
veilige plek Wij zochten dekking onder een afdakje toe het hard begon te regenen. 1. Het woord dekking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal...
de fout v vergissing, onjuistheid Het is niet mijn fout dat het snel gaat regenen. abuis, deficiëntie, dwaling 1. vergissing, onjuistheid ...