werk
== Nederlands ==
===== Uitspraak =====
Geluid: werk (hulp, bestand)
IPA: / ˈwɛrək / (1 of 2 lettergrepen)
IPA: /ʋɛrk/
===== Woordafbreking =====
werk
===== Woordherkomst en -opbouw =====
In de betekenis van ‘arbeid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 776.
erfwoord: Middelnederlands werc, ontwikkeld uit Oergermaans *werkan, bij Indo-Europees *uerǵ- ‘doen, maken, werken’, waartoe ook behoren Oudbretons gwerg ‘werkzaam’, Oudgrieks érgon ‘werk’ en Avestisch varəza- ‘het werken’. Evenals Nederduits Wark, Duits Werk en Fries wurk.
==== Zelfstandig naamwoord ====
het werk o
dat wat gedaan moet worden, klus, arbeid, karwei
Het werk dat moest gebeuren, is voltooid.
beroep
Het werk van Hans is buschauffeur.
▸ Onder het koken vertelde Barbie mij over zijn werk als hotelmanager en hoe zwaar het was om jarenlang voor dag en dauw op te moeten staan en op alle feestdagen te moeten werken.
de plek waar men werkt, werkplek
Hans kwam vandaag te laat aan op het werk.
dat wat gemaakt is, zoals een kunstwerk, pennenvrucht, boekwerk, oeuvre, of opus
Het werk van Magritte zal op de veiling verkocht worden.
een figuurtje in breiwerk ter versiering
Een trui met een werkje.
(werktuigbouwkunde) een aangedreven mechaniek dat steeds dezelfde functies verricht zoals het overbrengen van beweging, het verplaatsen van lasten, het aanwijzen van tellerstanden, het afspelen van muziekautomaten etc.
De aandrijflijn van een molen noemt men het "gaande werk".
===== Synoniemen =====
(2) baan, vak, job
(3) werkvloer
(6) mechaniek
===== Verwante begrippen =====
(2) emplooi, bezigheden
(6) automaat
===== Hyponiemen =====
(intensivering) klassewerk
===== Afgeleide begrippen =====
===== Uitdrukkingen en gezegden =====
===== Vertalingen =====
===== Woordherkomst en -opbouw =====
In de betekenis van ‘vlasvezels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240.
erfwoord: Middelnederlands werc, ontwikkeld uit Oergermaans *werkan, bij Indo-Europees *uerḱ/k-nó-; vgl. Welsh cywarch ‘hennep’. Evenals Nederduits Warg, Duits Werg en Fries wurk.
==== Zelfstandig naamwoord ====
het werk o
de verwarde, grove bij het hekelen afgescheiden afvaldraden van vlas of hennep, vooral de kortere draden
===== Synoniemen =====
hede
===== Hyponiemen =====
ruwwerk, pakwerk
fijnwerk
===== Vertalingen =====
==== Werkwoord ====
werk
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werken
Ik werk.
gebiedende wijs van werken
Werk!
(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werken
Werk je?
==== Gangbaarheid ====
Het woord werk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werk" herkend door:
==== Meer informatie ====
Zie Wikipedia voor meer informatie.
==== Verwijzingen ====