omroeper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omroeper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omroeper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omroeper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omroeper is hier. De definitie van het woord omroeper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomroeper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • om·roe·per
enkelvoud meervoud
naamwoord omroeper omroepers
verkleinwoord omroepertje omroepertjes

de omroeperm

  1. (beroep) een persoon die televisie- of radioprogramma's aankondigt
    • De omroeper is vervangen door een programmagids. 
  2. een persoon die iets aan een grote groep mensen vertelt
    • De omroeper gaf aan dat we alleen door de linker ingang naar binnen konden. 
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be