Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
onrust. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
onrust, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
onrust in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
onrust is hier. De definitie van het woord
onrust zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
onrust, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van rust met het voorvoegsel on-
de onrust v / m
- het verstoord zijn van de maatschappelijke of sociale orde, verstoord zijn van de rust in een bepaalde groep mensen
- Een aantal incidenten zorgde voor onrust in de wijk.
- In de partij is onrust ontstaan over het voorstel.
- ▸ De illegalen komen uit het dorpje Nieuw Koffiekamp, niet ver van de goudmijn. Ze vinden dat ook zij recht hebben om te mijnen in het concessiegebied van Iamgold. De leiding van bedrijf heeft nog niet op de onrust in het gebied gereageerd.[1]
- het niet kalm of rustig zijn van het gemoed van iemand, het opgewonden zijn
- Hij had al een tijdje een vreemde, nog nooit eerder beleefde onrust in zijn hart gevoeld. [2]
- ▸ Die 18-jarige Goldie had helemaal gelijk, waarom kon ik niet gewoon van het moment genieten? Waar kwam die onrust toch vandaan? Ik sjokte verder en zag de rivier af en toe ver onder mij in de kloof liggen.[3]
- (techniek) wieltje in een mechanisch uurwerk dat ervoor zorgt dat het uurwerk blijft lopen
- De onrust bepaalt de snelheid waarmee een mechanisch uurwerk loopt.
1. het verstoord zijn van de maatschappelijke of sociale orde, rust
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|