opmars

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opmars. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opmars, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opmars in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opmars is hier. De definitie van het woord opmars zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopmars, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·mars
enkelvoud meervoud
naamwoord opmars opmarsen
verkleinwoord opmarsje opmarsjes

de opmarsv / m

  1. snel belangrijker worden
    • De mobiele telefoon maakte in het begin vn de 21ste eeuw een enorme opmars door. 
  2. aanvallende beweging van een leger
    • - Door de snelle opmars van het leger werden de aanvoerlijnen te lang. 
    • - Halverwege de oorlog deserteerden er iedere maand meer dan vijfduizend soldaten; sommige bleven gewoon ergens hangen tijdens de oneindig lange marsroutes, andere vluchtten zodra het vuur werd geopend. In mei 1864 — de maand waarin generaal Grant zijn opmars naar het zuiden begon en de maand van de Wildernis — waren er niet minder dan 5371 federale soldaten die het hazenpad kozen. Meer dan 170 verlieten iedere dag het strijdtoneel — zowel dienstplichtigen als vrijwilligers, ontmoedigd of vol heimwee, gedeprimeerd, verveeld, gedesillusioneerd, onbetaald of gewoonweg bang.[1] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Winchester, Simon
    De gekwelde woordenaar vertaald door Peter Out 1998 ISBN 90-254-2146-6 pagina 69
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be