vervoeging van de bedrijvende vorm van overpennen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overpennen | over te pennen | ||||||||
toekomend | zullen overpennen over zullen pennen |
te zullen overpennen over te zullen pennen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overgepend | te hebben overgepend | ||||||||
toekomend | overgepend zullen hebben | overgepend te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
overpennend | overgepend | ev. pen over |
mv. verouderd pent over |
penne over (bijzin) overpenne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | pen over | pent over | pent over | pent over | pent over | pennen over | pennen over | pennen over | |||
verleden (o.v.t.) | pende over | pende over | pende over | pende over | pende over | penden over | penden over | penden over | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overpennen | zult/zal overpennen | zult/zal overpennen | zult overpennen | zal overpennen | zullen overpennen | zullen overpennen | zullen overpennen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overpennen | zou overpennen | zou(dt) overpennen | zoudt overpennen | zou overpennen | zouden overpennen | zouden overpennen | zouden overpennen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | overpen | overpent | overpent | overpent | overpent | overpennen | overpennen | overpennen | |||
verleden (o.v.t.) | overpende | overpende | overpende | overpende | overpende | overpenden | overpenden | overpenden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal overpennen over zal pennen |
zult/zal overpennen over zult/zal pennen |
zult/zal overpennen over zult/zal pennen |
zult overpennen over zult pennen |
zal overpennen over zal pennen |
zullen overpennen over zullen pennen |
zullen overpennen over zullen pennen |
zullen overpennen over zullen pennen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overpennen over zou pennen |
zou overpennen over zou pennen |
zou(dt) overpennen over zou(dt) pennen |
zoudt overpennen over zoudt pennen |
zou overpennen over zou pennen |
zouden overpennen over zouden pennen |
zouden overpennen over zouden pennen |
zouden overpennen over zouden pennen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overgepend | hebt overgepend | hebt/heeft overgepend | hebt overgepend | heeft overgepend | hebben overgepend | hebben overgepend | hebben overgepend | |||
verleden (v.v.t.) | had overgepend | had overgepend | had overgepend | hadt overgepend | had overgepend | hadden overgepend | hadden overgepend | hadden overgepend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal overgepend hebben | zal/zult overgepend hebben | zult/zal overgepend hebben | zult overgepend hebben | zal overgepend hebben | zullen overgepend hebben | zullen overgepend hebben | zullen overgepend hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overgepend hebben | zou overgepend hebben | zou/zoudt overgepend hebben | zoudt overgepend hebben | zou overgepend hebben | zouden overgepend hebben | zouden overgepend hebben | zouden overgepend hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm overgepend worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt overgepend | er is overgepend | |||||||||
verleden | er werd overgepend | er was overgepend | |||||||||
toekomend | er zal overgepend worden | er zal overgepend zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou overgepend worden | er zou overgepend zijn | |||||||||
lijdende vorm overgepend worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overgepend worden | overgepend te worden | ||||||||
toekomend | overgepend zullen worden | overgepend te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | overgepend zijn | overgepend te zijn | ||||||||
toekomend | overgepend zullen zijn | overgepend te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | — | — | — | — | wordt overgepend | — | — | worden overgepend | |||
verleden (o.v.t.) | — | — | — | — | werd overgepend | — | — | werden overgepend | |||
toekomend (o.t.t.t.) | — | — | — | — | zal overgepend worden | — | — | zullen overgepend worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | — | — | — | — | zou overgepend worden | — | — | zouden overgepend worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | — | — | — | — | is overgepend | — | — | zijn overgepend | |||
verleden (v.v.t.) | — | — | — | — | was overgepend | — | — | waren overgepend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | — | — | — | — | zal overgepend zijn | — | — | zullen overgepend zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | — | — | — | — | zou overgepend zijn | — | — | zouden overgepend zijn |