overvloed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord overvloed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord overvloed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je overvloed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord overvloed is hier. De definitie van het woord overvloed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanovervloed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • over·vloed
enkelvoud meervoud
naamwoord overvloed overvloeden
verkleinwoord

de overvloedm

  1. (economie) het voorhanden zijn van meer dan voldoende van iets
     Dat had de bodem gelegd voor de welstand, om niet te zeggen overvloed, van de voltallige familie voor de nabije toekomst.[1]
    • Er was een overvloed van aardbeien dat jaar. 
     Menselijke aangelegenheden waren al net zo onveranderlijk als de seizoenen. Keizerrijken bloeiden op en raakten in verval. Perioden van overvloed werden afgewisseld met hongersnoden, maar in essentie bleef alles bij het oude.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  2. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2033), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045045979
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be