vervoeging van de bedrijvende vorm van overwinteren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overwinteren | te overwinteren | ||||||
toekomend | zullen overwinteren | te zullen overwinteren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overwinterd | te hebben overwinterd | ||||||
toekomend | overwinterd zullen hebben | overwinterd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
overwinterend | overwinterd | ev. overwinter |
mv. verouderd overwintert |
overwintere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | overwinter | overwintert | overwintert | overwintert | overwintert | overwinteren | overwinteren | overwinteren | |
verleden (o.v.t.) | overwinterde | overwinterde | overwinterde | overwinterde | overwinterde | overwinterden | overwinterden | overwinterden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal overwinteren | zult/zal overwinteren | zult/zal overwinteren | zult overwinteren | zal overwinteren | zullen overwinteren | zullen overwinteren | zullen overwinteren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overwinteren | zou overwinteren | zou(dt) overwinteren | zoudt overwinteren | zou overwinteren | zouden overwinteren | zouden overwinteren | zouden overwinteren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overwinterd | hebt overwinterd | hebt/heeft overwinterd | hebt overwinterd | heeft overwinterd | hebben overwinterd | hebben overwinterd | hebben overwinterd | |
verleden (v.v.t.) | had overwinterd | had overwinterd | had overwinterd | hadt overwinterd | had overwinterd | hadden overwinterd | hadden overwinterd | hadden overwinterd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal overwinterd hebben | zal/zult overwinterd hebben | zult/zal overwinterd hebben | zult overwinterd hebben | zal overwinterd hebben | zullen overwinterd hebben | zullen overwinterd hebben | zullen overwinterd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overwinterd hebben | zou overwinterd hebben | zou/zoudt overwinterd hebben | zoudt overwinterd hebben | zou overwinterd hebben | zouden overwinterd hebben | zouden overwinterd hebben | zouden overwinterd hebben |