paffen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord paffen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord paffen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je paffen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord paffen/vervoeging is hier. De definitie van het woord paffen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpaffen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van paffen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig paffen te paffen
toekomend zullen paffen te zullen paffen
voltooid tegenwoordig hebben gepaft te hebben gepaft
toekomend gepaft zullen hebben gepaft te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
paffend gepaft ev.
paf		 mv. verouderd
paft		 paffe
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) paf paft paft paft paft paffen paffen paffen
verleden (o.v.t.) pafte pafte pafte pafte pafte paften paften paften
toekomend (o.t.t.t.) zal paffen zult/zal paffen zult/zal paffen zult paffen zal paffen zullen paffen zullen paffen zullen paffen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou paffen zou paffen zou(dt) paffen zoudt paffen zou paffen zouden paffen zouden paffen zouden paffen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb gepaft hebt gepaft hebt/heeft gepaft hebt gepaft heeft gepaft hebben gepaft hebben gepaft hebben gepaft
verleden (v.v.t.) had gepaft had gepaft had gepaft hadt gepaft had gepaft hadden gepaft hadden gepaft hadden gepaft
toekomend (v.t.t.t.) zal gepaft hebben zal/zult gepaft hebben zult/zal gepaft hebben zult gepaft hebben zal gepaft hebben zullen gepaft hebben zullen gepaft hebben zullen gepaft hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou gepaft hebben zou gepaft hebben zou/zoudt gepaft hebben zoudt gepaft hebben zou gepaft hebben zouden gepaft hebben zouden gepaft hebben zouden gepaft hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gepaft worden
onvoltooid voltooid
tegenwoordig er wordt gepaft er is gepaft
verleden er werd gepaft er was gepaft
toekomend er zal gepaft worden er zal gepaft zijn
voorwaardelijk er zou gepaft worden er zou gepaft zijn


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot