vervoeging van de bedrijvende vorm van pagineren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | pagineren | te pagineren | ||||||
toekomend | zullen pagineren | te zullen pagineren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gepagineerd | te hebben gepagineerd | ||||||
toekomend | gepagineerd zullen hebben | gepagineerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
paginerend | gepagineerd | ev. pagineer |
mv. verouderd pagineert |
paginere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | pagineer | pagineert | pagineert | pagineert | pagineert | pagineren | pagineren | pagineren | |
verleden (o.v.t.) | pagineerde | pagineerde | pagineerde | pagineerde | pagineerde | pagineerden | pagineerden | pagineerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal pagineren | zult/zal pagineren | zult/zal pagineren | zult pagineren | zal pagineren | zullen pagineren | zullen pagineren | zullen pagineren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou pagineren | zou pagineren | zou(dt) pagineren | zoudt pagineren | zou pagineren | zouden pagineren | zouden pagineren | zouden pagineren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gepagineerd | hebt gepagineerd | hebt/heeft gepagineerd | hebt gepagineerd | heeft gepagineerd | hebben gepagineerd | hebben gepagineerd | hebben gepagineerd | |
verleden (v.v.t.) | had gepagineerd | had gepagineerd | had gepagineerd | hadt gepagineerd | had gepagineerd | hadden gepagineerd | hadden gepagineerd | hadden gepagineerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gepagineerd hebben | zal/zult gepagineerd hebben | zult/zal gepagineerd hebben | zult gepagineerd hebben | zal gepagineerd hebben | zullen gepagineerd hebben | zullen gepagineerd hebben | zullen gepagineerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gepagineerd hebben | zou gepagineerd hebben | zou/zoudt gepagineerd hebben | zoudt gepagineerd hebben | zou gepagineerd hebben | zouden gepagineerd hebben | zouden gepagineerd hebben | zouden gepagineerd hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gepagineerd worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gepagineerd | er is gepagineerd | |||||||
verleden | er werd gepagineerd | er was gepagineerd | |||||||
toekomend | er zal gepagineerd worden | er zal gepagineerd zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gepagineerd worden | er zou gepagineerd zijn |