pausschap

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pausschap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pausschap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pausschap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pausschap is hier. De definitie van het woord pausschap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpausschap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paus·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pausschap pausschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het pausschapo

  1. het paus zijn; de functie van paus
     De 85-jarige leider van de Rooms-Katholieke Kerk zei dat zijn pausschap in een "nieuwe, langzamere fase" is beland. Aan aftreden denkt hij op dit moment niet, benadrukte hij, maar "de deur staat open". "Tot vandaag heb ik de deur niet gebruikt. Ik vond het niet nodig om die optie te overwegen, maar dat betekent niet dat ik dat overmorgen niet doe."
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Paus Franciscus gaat het rustiger aan doen door leeftijd en knieproblemen” (Zaterdag 30 juli 2022), NOS