picknicken/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord picknicken/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord picknicken/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je picknicken/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord picknicken/vervoeging is hier. De definitie van het woord picknicken/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpicknicken/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van picknicken
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig picknicken te picknicken
toekomend zullen picknicken te zullen picknicken
voltooid tegenwoordig hebben gepicknickt te hebben gepicknickt
toekomend gepicknickt zullen hebben gepicknickt te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
picknickend gepicknickt ev.
picknick		 mv. verouderd
picknickt		 picknicke
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) picknick picknickt picknickt picknickt picknickt picknicken picknicken picknicken
verleden (o.v.t.) picknickte picknickte picknickte picknickte picknickte picknickten picknickten picknickten
toekomend (o.t.t.t.) zal picknicken zult/zal picknicken zult/zal picknicken zult picknicken zal picknicken zullen picknicken zullen picknicken zullen picknicken
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou picknicken zou picknicken zou(dt) picknicken zoudt picknicken zou picknicken zouden picknicken zouden picknicken zouden picknicken
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb gepicknickt hebt gepicknickt hebt/heeft gepicknickt hebt gepicknickt heeft gepicknickt hebben gepicknickt hebben gepicknickt hebben gepicknickt
verleden (v.v.t.) had gepicknickt had gepicknickt had gepicknickt hadt gepicknickt had gepicknickt hadden gepicknickt hadden gepicknickt hadden gepicknickt
toekomend (v.t.t.t.) zal gepicknickt hebben zal/zult gepicknickt hebben zult/zal gepicknickt hebben zult gepicknickt hebben zal gepicknickt hebben zullen gepicknickt hebben zullen gepicknickt hebben zullen gepicknickt hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou gepicknickt hebben zou gepicknickt hebben zou/zoudt gepicknickt hebben zoudt gepicknickt hebben zou gepicknickt hebben zouden gepicknickt hebben zouden gepicknickt hebben zouden gepicknickt hebben


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot