pij

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pij. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pij, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pij in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pij is hier. De definitie van het woord pij zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpij, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
monnik in een pij
  • pij
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘kledingstuk van grove wollen stof (tegenwoordig vooral van monniken)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1481 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pij pijen
verkleinwoord pijtje pijtjes

de pijv / m

  1. (kleding) habijt, lange kleding gedragen door monniken
    • Meestal is een pij donkerbruin of zwart gekleurd maar de camaldulenzers hebben een witte pij en worden de witte benedictijnen genoemd. 
85 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[2]


  • pij

pij

  1. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van piś


  • pij

pij

  1. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van pić


  • pij

pij

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord pít