Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pil. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pil, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pil in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pil is hier. De definitie van het woord
pil zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pil, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
pil v / m
- (farmacologie) (eigenlijk:) hoeveelheid werkzame stof met een bindmiddel in een bolletje gedraaid
- In de westerse wereld worden heden ten dage geen echte pillen meer verstrekt
- (farmacologie) (bij uitbreiding:) elke vorm van medicament die in vaste vorm oraal wordt ingenomen zij het tablet, dragee, capsule of iets anders
- Een huisdier een pil geven is vaak geen makkelijk karwei.
- (farmacologie) (seksualiteit) regelmatig ingenomen tablet die zwangerschap verhindert, bepaald oraal voorbehoedmiddel
- Zij was al op haar dertiende aan de pil.
- (figuurlijk), (informeel), (letterkunde) dik boek
- Deze roman is een pil van ruim 400 bladzijden.
Iets vervelends accepteren of een onaangenaam klusje toch doen, omdat dit nodig is
Een van zichzelf onaangename boodschap op een zo vriendelijk mogelijke manier overbrengen
Een zware tegenslag of teleurstelling
pil m
- (beroep) (militair) (schertsend) gezondheidsofficier of legerarts
- (persoon) (schertsend) iemand die als arts, farmacoloog of student veel met geneesmiddelen werkt
pil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pillen
- gebiedende wijs van pillen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pillen
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
pil
- (medisch) pil
pil
- genitief meervoud van pila
pil
- mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord pít: (hij) dronk
- mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít