10 Resultaten gevonden voor "plombering".

plombeer

 plombeer    (hulp, bestand) plom·beer plombeer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plomberen Ik plombeer.  gebiedende wijs van plomberen Plombeer...


plomberend

Geluid:  plomberend    (hulp, bestand) plom·be·rend plomberend onvoltooid deelwoord van plomberen...


plomberende

 plomberende    (hulp, bestand) plom·be·ren·de plomberende verbogen vorm van plomberend, het onvoltooid deelwoord van plomberen Het woord 'plomberende'...


plomberen

Geluid:  plomberen    (hulp, bestand) plom·be·ren uit het Frans plomberen (medisch) gaatjes in tanden en kiezen vullen met amalgaam door de tandarts Gisteren...


geplombeerd

Geluid:  geplombeerd    (hulp, bestand) ge·plom·beerd vervoeging van plomberen: de stam met omvoegsel ge- -d geplombeerd voltooid deelwoord van plomberen...


plombeert

plomberen Jij plombeert.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plomberen Hij plombeert.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plomberen...


plomber

nog niet. Aanmaken? plomber (spreektaal) besmetten, op een soa trakteren «Si tu fais pas gaffe, tu vas finir par te faire plomber.» Als je niet uitkijkt...


plombeerde

 plombeerde    (hulp, bestand) plom·beer·de plombeerde enkelvoud verleden tijd van plomberen Ik plombeerde.  Jij plombeerde.  Hij, zij, het plombeerde. ...


geplombeerde

ge·plom·beer·de geplombeerde verbogen vorm van geplombeerd, voltooid deelwoord van plomberen Het woord 'geplombeerde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal...


plombeerden

 plombeerden    (hulp, bestand) plom·beer·den plombeerden meervoud verleden tijd van plomberen Wij plombeerden.  Jullie plombeerden.  Zij plombeerden.  Het woord plombeerden...