vervoeging van de bedrijvende vorm van plotten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | plotten | te plotten | ||||||||
toekomend | zullen plotten | te zullen plotten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geplot | te hebben geplot | ||||||||
toekomend | geplot zullen hebben | geplot te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
plottend | geplot | ev. plot |
mv. verouderd plot |
plotte | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | plot | plot | plot | plot | plot | plotten | plotten | plotten | |||
verleden (o.v.t.) | plotte | plotte | plotte | plotte | plotte | plotten | plotten | plotten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal plotten | zult/zal plotten | zult/zal plotten | zult plotten | zal plotten | zullen plotten | zullen plotten | zullen plotten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou plotten | zou plotten | zou(dt) plotten | zoudt plotten | zou plotten | zouden plotten | zouden plotten | zouden plotten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geplot | hebt geplot | hebt/heeft geplot | hebt geplot | heeft geplot | hebben geplot | hebben geplot | hebben geplot | |||
verleden (v.v.t.) | had geplot | had geplot | had geplot | hadt geplot | had geplot | hadden geplot | hadden geplot | hadden geplot | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geplot hebben | zal/zult geplot hebben | zult/zal geplot hebben | zult geplot hebben | zal geplot hebben | zullen geplot hebben | zullen geplot hebben | zullen geplot hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geplot hebben | zou geplot hebben | zou/zoudt geplot hebben | zoudt geplot hebben | zou geplot hebben | zouden geplot hebben | zouden geplot hebben | zouden geplot hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geplot worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geplot | er is geplot | |||||||||
verleden | er werd geplot | er was geplot | |||||||||
toekomend | er zal geplot worden | er zal geplot zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geplot worden | er zou geplot zijn | |||||||||
lijdende vorm geplot worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geplot worden | geplot te worden | ||||||||
toekomend | geplot zullen worden | geplot te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geplot zijn | geplot te zijn | ||||||||
toekomend | geplot zullen zijn | geplot te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geplot | wordt geplot | wordt geplot | wordt geplot | wordt geplot | worden geplot | worden geplot | worden geplot | |||
verleden (o.v.t.) | werd geplot | werd geplot | werd geplot | werdt geplot | werd geplot | werden geplot | werden geplot | werden geplot | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geplot worden | zult geplot worden | zult geplot worden | zult geplot worden | zal geplot worden | zullen geplot worden | zullen geplot worden | zullen geplot worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geplot worden | zou geplot worden | zou/zoudt geplot worden | zoudt geplot worden | zou geplot worden | zouden geplot worden | zouden geplot worden | zouden geplot worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geplot | bent geplot | bent/is geplot | zijt geplot | is geplot | zijn geplot | zijn geplot | zijn geplot | |||
verleden (v.v.t.) | was geplot | was geplot | was geplot | waart geplot | was geplot | waren geplot | waren geplot | waren geplot | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geplot zijn | zult geplot zijn | zult geplot zijn | zult geplot zijn | zal geplot zijn | zullen geplot zijn | zullen geplot zijn | zullen geplot zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geplot zijn | zou geplot zijn | zou/zoudt geplot zijn | zoudt geplot zijn | zou geplot zijn | zouden geplot zijn | zouden geplot zijn | zouden geplot zijn |