vervoeging van de bedrijvende vorm van poeieren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | poeieren | te poeieren | ||||||||
toekomend | zullen poeieren | te zullen poeieren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gepoeierd | te hebben gepoeierd | ||||||||
toekomend | gepoeierd zullen hebben | gepoeierd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
poeierend | gepoeierd | ev. poeier |
mv. verouderd poeiert |
poeiere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | poeier | poeiert | poeiert | poeiert | poeiert | poeieren | poeieren | poeieren | |||
verleden (o.v.t.) | poeierde | poeierde | poeierde | poeierde | poeierde | poeierden | poeierden | poeierden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal poeieren | zult/zal poeieren | zult/zal poeieren | zult poeieren | zal poeieren | zullen poeieren | zullen poeieren | zullen poeieren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou poeieren | zou poeieren | zou(dt) poeieren | zoudt poeieren | zou poeieren | zouden poeieren | zouden poeieren | zouden poeieren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gepoeierd | hebt gepoeierd | hebt/heeft gepoeierd | hebt gepoeierd | heeft gepoeierd | hebben gepoeierd | hebben gepoeierd | hebben gepoeierd | |||
verleden (v.v.t.) | had gepoeierd | had gepoeierd | had gepoeierd | hadt gepoeierd | had gepoeierd | hadden gepoeierd | hadden gepoeierd | hadden gepoeierd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gepoeierd hebben | zal/zult gepoeierd hebben | zult/zal gepoeierd hebben | zult gepoeierd hebben | zal gepoeierd hebben | zullen gepoeierd hebben | zullen gepoeierd hebben | zullen gepoeierd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gepoeierd hebben | zou gepoeierd hebben | zou/zoudt gepoeierd hebben | zoudt gepoeierd hebben | zou gepoeierd hebben | zouden gepoeierd hebben | zouden gepoeierd hebben | zouden gepoeierd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gepoeierd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gepoeierd | er is gepoeierd | |||||||||
verleden | er werd gepoeierd | er was gepoeierd | |||||||||
toekomend | er zal gepoeierd worden | er zal gepoeierd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gepoeierd worden | er zou gepoeierd zijn | |||||||||
lijdende vorm gepoeierd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gepoeierd worden | gepoeierd te worden | ||||||||
toekomend | gepoeierd zullen worden | gepoeierd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gepoeierd zijn | gepoeierd te zijn | ||||||||
toekomend | gepoeierd zullen zijn | gepoeierd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gepoeierd | wordt gepoeierd | wordt gepoeierd | wordt gepoeierd | wordt gepoeierd | worden gepoeierd | worden gepoeierd | worden gepoeierd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gepoeierd | werd gepoeierd | werd gepoeierd | werdt gepoeierd | werd gepoeierd | werden gepoeierd | werden gepoeierd | werden gepoeierd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gepoeierd worden | zult gepoeierd worden | zult gepoeierd worden | zult gepoeierd worden | zal gepoeierd worden | zullen gepoeierd worden | zullen gepoeierd worden | zullen gepoeierd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gepoeierd worden | zou gepoeierd worden | zou/zoudt gepoeierd worden | zoudt gepoeierd worden | zou gepoeierd worden | zouden gepoeierd worden | zouden gepoeierd worden | zouden gepoeierd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gepoeierd | bent gepoeierd | bent/is gepoeierd | zijt gepoeierd | is gepoeierd | zijn gepoeierd | zijn gepoeierd | zijn gepoeierd | |||
verleden (v.v.t.) | was gepoeierd | was gepoeierd | was gepoeierd | waart gepoeierd | was gepoeierd | waren gepoeierd | waren gepoeierd | waren gepoeierd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gepoeierd zijn | zult gepoeierd zijn | zult gepoeierd zijn | zult gepoeierd zijn | zal gepoeierd zijn | zullen gepoeierd zijn | zullen gepoeierd zijn | zullen gepoeierd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gepoeierd zijn | zou gepoeierd zijn | zou/zoudt gepoeierd zijn | zoudt gepoeierd zijn | zou gepoeierd zijn | zouden gepoeierd zijn | zouden gepoeierd zijn | zouden gepoeierd zijn |
vervoeging van het Nederlandse werkwoord zich poeieren | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | toekomende tijd | ||||||||||
enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | |||||||
1 | ik | poeier me | wij, we | poeieren ons | ik | poeierde me | wij, we | poeierden ons | ik | zal me poeieren | wij, we | zullen ons poeieren |
2 | jij, je | poeiert je | jullie | poeieren je | jij, je | poeierde je | jullie | poeierden je | jij, je | zal, zult je poeieren | jullie | zullen je poeieren |
u | poeiert zich/u | u | poeiert zich/u | u | poeierde zich/u | u | poeierde zich/u | u | zult zich/u poeieren | u | zult zich/u poeieren | |
gij, ge | poeiert u | gij, ge, gijlieden |
poeiert u | gij, ge | poeierde u | gij, ge, gijlieden |
poeierde u | gij, ge | zult u poeieren | gij, ge gijlieden |
zult u poeieren | |
3 | hij, zij, het | poeiert zich | zij, ze | poeieren zich | hij, zij, het | poeierde zich | zij, ze | poeierden zich | hij, zij, het | zal zich poeieren | zij, ze | zullen zich poeieren |
onvoltooid deelwoord | voltooide tijd | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | |||||||||
zich poeierend | zich gepoeierd hebben | poeier u/je , poeiert je | poeiere zich |