post

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord post. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord post, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je post in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord post is hier. De definitie van het woord post zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpost, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: post-Post


  • post
enkelvoud meervoud
naamwoord post -
verkleinwoord - -
enkelvoud meervoud
naamwoord post posten
verkleinwoord postje postjes

de postv / m [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20]

  1. (geen meervoud) toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
    • Maak jij de post even open? 
  2. (geen meervoud) (bedrijfskunde) de posterijen en hun werknemers
    • Hij werkt bij de post. 
  3. (financieel) een boekhoudkundige term voor een geboekt (aantal) bedrag(en), uren of andere administratieve eenheden
    • Wilt u een openstaande post afboeken? 
  4. (bouwkunde) de stijl / het kader van een deur of raam
  5. een plek waar iemand gestationeerd is
  6. (internet) een (meestal kort) tekstbericht op een internetforum
  7. (economie) betrekking , dienstverband
     Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[21]
vervoeging van
posten

post

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van posten
  2. gebiedende wijs van posten
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[22]


enkelvoud meervoud
post posts

post

  1. (materiaalkunde) paal
  2. (sport) doelpaal
vervoeging
onbepaalde wijs to  post 
he/she/it  posts 
verleden tijd  posted 
voltooid
deelwoord
 posted 
onvoltooid
deelwoord
 posting 
gebiedende wijs  post 

post

  1. onovergankelijk met postpaarden reizen
  2. overgankelijk posten
  3. overgankelijk bekendmaken
  4. overgankelijk, (sport) neerzetten
  5. overgankelijk, (juridisch) aanklagen


pŏst + accusatief

  1. achter
  2. na
    «Post bellum.»
    Na de oorlog.

post

  1. daarna, later
  2. achteraan


  • post
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *postъ

post monbezield

  1. (religie) vasten


  • post

post monbezield

  1. (spreektaal) hoge positie
    «Nově zvolený americký prezident Donald Trump oznámil, že na post ministra obrany jmenuje příští týden generála ve výslužbě Jamese Mattise.»
    De nieuw gekozen Amerikaanse president Donald Trump maakte bekend, dat hij op de post Minister van Defensie volgende week generaal in dienst James Mattis benoemt.
  2. (sport)(spreektaal) positie; plaats en functie van een speler in het veld
  3. (religie)(dialect) vasten
  4. (verouderd) arbeidsplaats, baan; beroep, werk
  1. křeslo o, funkce v
  2. půst monbezield

post mbezield

  1. (verouderd)(spreektaal) een geüniformeerde man die op wacht staat




post

  1. (religie) vasten