post

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord post. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord post, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je post in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord post is hier. De definitie van het woord post zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpost, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: post-Post


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘paal’ voor het eerst aangetroffen in 1240
enkelvoud meervoud
naamwoord post -
verkleinwoord - -
enkelvoud meervoud
naamwoord post posten
verkleinwoord postje postjes

Zelfstandig naamwoord

de postv / m

  1. toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
    • Maak jij de post even open? 
  2. (bedrijfskunde) de posterijen en hun werknemers
    • Hij werkt bij de post. 
  3. (financieel) een boekhoudkundige term voor een geboekt (aantal) bedrag(en), uren of andere administratieve eenheden
    • Wilt u een openstaande post afboeken? 
  4. (bouwkunde) de stijl / het kader van een deur of raam
  5. een plek waar iemand gestationeerd is
  6. (internet) een (meestal kort) tekstbericht op een internetforum
  7. (economie) betrekking , dienstverband
     Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.
Synoniemen
Hyponiemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
posten

post

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van posten
  2. gebiedende wijs van posten

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

post

  1. paal
Anagrammen


Latijn

Voorzetsel

pŏst + accusatief

  1. achter
  2. na
    «Post bellum.»
    Na de oorlog.

Bijwoord

post

  1. daarna, later
  2. achteraan


Pools

Uitspraak
Woordafbreking
  • post
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *postъ

Zelfstandig naamwoord

post monbezield

  1. (religie) vasten


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • post

Zelfstandig naamwoord

post monbezield

  1. (spreektaal) hoge positie
    «Nově zvolený americký prezident Donald Trump oznámil, že na post ministra obrany jmenuje příští týden generála ve výslužbě Jamese Mattise.»
    De nieuw gekozen Amerikaanse president Donald Trump maakte bekend, dat hij op de post Minister van Defensie volgende week generaal in dienst James Mattis benoemt.
  2. (sport)(spreektaal) positie; plaats en functie van een speler in het veld
  3. (religie)(dialect) vasten
  4. (verouderd) arbeidsplaats, baan; beroep, werk
Verbuiging
Synoniemen
  1. křeslo o, funkce v
  2. půst monbezield

Zelfstandig naamwoord

post mbezield

  1. (verouderd)(spreektaal) een geüniformeerde man die op wacht staat
Verbuiging



Afgeleide begrippen


Wymysoojs

Zelfstandig naamwoord

post

  1. (religie) vasten
Synoniemen