vervoeging van de bedrijvende vorm van prostitueren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | prostitueren | te prostitueren | ||||||||
toekomend | zullen prostitueren | te zullen prostitueren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geprostitueerd | te hebben geprostitueerd | ||||||||
toekomend | geprostitueerd zullen hebben | geprostitueerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
prostituerend | geprostitueerd | ev. prostitueer |
mv. verouderd prostitueert |
prostituere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | prostitueer | prostitueert | prostitueert | prostitueert | prostitueert | prostitueren | prostitueren | prostitueren | |||
verleden (o.v.t.) | prostitueerde | prostitueerde | prostitueerde | prostitueerde | prostitueerde | prostitueerden | prostitueerden | prostitueerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal prostitueren | zult/zal prostitueren | zult/zal prostitueren | zult prostitueren | zal prostitueren | zullen prostitueren | zullen prostitueren | zullen prostitueren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou prostitueren | zou prostitueren | zou(dt) prostitueren | zoudt prostitueren | zou prostitueren | zouden prostitueren | zouden prostitueren | zouden prostitueren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geprostitueerd | hebt geprostitueerd | hebt/heeft geprostitueerd | hebt geprostitueerd | heeft geprostitueerd | hebben geprostitueerd | hebben geprostitueerd | hebben geprostitueerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geprostitueerd | had geprostitueerd | had geprostitueerd | hadt geprostitueerd | had geprostitueerd | hadden geprostitueerd | hadden geprostitueerd | hadden geprostitueerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geprostitueerd hebben | zal/zult geprostitueerd hebben | zult/zal geprostitueerd hebben | zult geprostitueerd hebben | zal geprostitueerd hebben | zullen geprostitueerd hebben | zullen geprostitueerd hebben | zullen geprostitueerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geprostitueerd hebben | zou geprostitueerd hebben | zou/zoudt geprostitueerd hebben | zoudt geprostitueerd hebben | zou geprostitueerd hebben | zouden geprostitueerd hebben | zouden geprostitueerd hebben | zouden geprostitueerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geprostitueerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geprostitueerd | er is geprostitueerd | |||||||||
verleden | er werd geprostitueerd | er was geprostitueerd | |||||||||
toekomend | er zal geprostitueerd worden | er zal geprostitueerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geprostitueerd worden | er zou geprostitueerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geprostitueerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geprostitueerd worden | geprostitueerd te worden | ||||||||
toekomend | geprostitueerd zullen worden | geprostitueerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geprostitueerd zijn | geprostitueerd te zijn | ||||||||
toekomend | geprostitueerd zullen zijn | geprostitueerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geprostitueerd | wordt geprostitueerd | wordt geprostitueerd | wordt geprostitueerd | wordt geprostitueerd | worden geprostitueerd | worden geprostitueerd | worden geprostitueerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geprostitueerd | werd geprostitueerd | werd geprostitueerd | werdt geprostitueerd | werd geprostitueerd | werden geprostitueerd | werden geprostitueerd | werden geprostitueerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geprostitueerd worden | zult geprostitueerd worden | zult geprostitueerd worden | zult geprostitueerd worden | zal geprostitueerd worden | zullen geprostitueerd worden | zullen geprostitueerd worden | zullen geprostitueerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geprostitueerd worden | zou geprostitueerd worden | zou/zoudt geprostitueerd worden | zoudt geprostitueerd worden | zou geprostitueerd worden | zouden geprostitueerd worden | zouden geprostitueerd worden | zouden geprostitueerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geprostitueerd | bent geprostitueerd | bent/is geprostitueerd | zijt geprostitueerd | is geprostitueerd | zijn geprostitueerd | zijn geprostitueerd | zijn geprostitueerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geprostitueerd | was geprostitueerd | was geprostitueerd | waart geprostitueerd | was geprostitueerd | waren geprostitueerd | waren geprostitueerd | waren geprostitueerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geprostitueerd zijn | zult geprostitueerd zijn | zult geprostitueerd zijn | zult geprostitueerd zijn | zal geprostitueerd zijn | zullen geprostitueerd zijn | zullen geprostitueerd zijn | zullen geprostitueerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geprostitueerd zijn | zou geprostitueerd zijn | zou/zoudt geprostitueerd zijn | zoudt geprostitueerd zijn | zou geprostitueerd zijn | zouden geprostitueerd zijn | zouden geprostitueerd zijn | zouden geprostitueerd zijn |