prothesis
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord prothesis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord prothesis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je prothesis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord prothesis is hier. De definitie van het woord prothesis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanprothesis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·the·sis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit Laatlatijn prothesis, ontleend aan Oudgrieks prósthesis (πρόσθεσις) ‘het tegen iets aanzetten’.
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | prothesis | protheses prothesissen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de prothesis v
- (taalkunde) insertie van een of meer klanken of een lettergreep aan het woordbegin
Antoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. voorvoeging van beginklank
Gangbaarheid
- Het woord prothesis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prothesis" herkend door:
| 70 % | van de Nederlanders; |
| 75 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ prothesis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
