Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
puls. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
puls, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
puls in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
puls is hier. De definitie van het woord
puls zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
puls, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stoot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1604
de puls v / m
- m impuls
- v / m bij grondboring gebruikte holle cilinder om grond naar boven te halen
puls
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulsen
- gebiedende wijs van pulsen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulsen
90 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.
|
puls
- peul, peulvrucht
puls
- pols, polsslag
- Afgeleid van het Latijnse pulsus
puls monbezield
- (medisch) pols, polsslag
- Afgeleid van het Latijnse pulsus
puls monbezield
- (medisch) polsslag, pols
- (elektrotechniek) impuls; kortstondige elektrische spanning of stroom (de ideale puls is oneindig kort en heeft een energieinhoud van één)
- tep monbezield
- –