Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
randomiseren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
randomiseren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
randomiseren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
randomiseren is hier. De definitie van het woord
randomiseren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
randomiseren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
randomiseren
- (statistiek) items door het toeval over twee of meer groepen verdelen
- Een strip legt zieke kinderen uit hoe medicijnonderzoek werkt. Nu begrijpen ouders ook wat randomiseren is, ontdekte Ronella Grootens. [2]
- Er is geen vergelijkend onderzoek gepubliceerd. De Europese overheden die de lens op de markt toelaten (met een Europees CE-merk) stellen vergelijkend onderzoek niet als eis, want het gebruikte materiaal is veilig. „We randomiseren onderzoek als dat nodig is”, schrijft de woordvoerder van Abbott. [3]
- Of dat de uitslag echt zou hebben veranderd? Dat is een andere vraag. Al hadden 45 Years en The Broken Circle Breakdown wel hoog op de lijst gestaan: K. Logger wijst er per e-mail terecht op dat films die beginnen met A, B of C sterk in het voordeel zijn bij de gekozen alfabetische presentatie van onze top 100. „Randomiseren is mijn advies.” Waarvan akte; misschien iets voor een volgende keer. [4]
- Toch komen vooral in de sociale wetenschappen, waarin men slechts bij uitzondering zelfs de belangrijkste mogelijke storende factoren geheel kan uit-schakelen, zoals in de natuurkunde - men kan ze hoogstens zo goed mogelijk gelijk-schakelen of ‘randomiseren’, d.w.z. op systematische wijze aan het toeval overlaten (vgl. 5;1;2 en 5;3;2) - helaas nogal eens ‘deadlocks’ voor, waarin het onmogelijk blijkt tussen de gevallen b en c, of tussen a en c te onderscheiden. [5]
70 % |
van de Nederlanders;
|
76 % |
van de Vlamingen.[6]
|