vervoeging van het Spaanse werkwoord rociar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) rociar rociado rociando...
rociare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van rociar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
rociaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van rociar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van rociar...
rociamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rociar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van rociar...
tegenwoordige tijd (presente) van rociar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rociar gebiedende wijs (bevestigend en...
rociaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rociar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rociar...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rociar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rociar...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rociar gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rociar...