Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ruft. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ruft, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ruft in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ruft is hier. De definitie van het woord
ruft zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ruft, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de ruft m
- (spreektaal) (harde) scheet, wind
- (in Noord-Nederlandse dial.) luier, rift
ruft
- enkelvoud tegenwoordige tijd van ruften
- gebiedende wijs van ruften
ruft
- luier van stof, luierdoek
- «Te grut foar ruft en te lyts foar tafellekken. »
- Te groot voor servet en te klein voor tafellaken (gezegd van halfwassen meisjes en jongens).
- ↑
A.A. Weijnen
“Etymologisch dialectwoordenboek” (2003), Sdu Uitgevers, Den Haag.
ruft
- sterke verbuiging derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rufe
dihr ruft
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rufe (lokale variant)
ihr ruft
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rufe (lokale variant)
er, sie, es ruft
- derde persoon enkelvoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rufe
dihr ruft
- tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rufe (lokale variant)
ihr ruft
- tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rufe (lokale variant)