Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
samenleven. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
samenleven, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
samenleven in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
samenleven is hier. De definitie van het woord
samenleven zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
samenleven, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
samenleven
- In één huis wonen zonder getrouwd te zijn, hokken, samenhokken, samenwonen
- De twee mannen leefden samen, ze hadden geen behoefte om te trouwen.
- ▸ Die engel was mijn vrouw, met wie ik al 20 jaar samenleef, die altijd weer mijn ogen opent om dankbaar en tevreden te zijn met mijn leven.[1]
- in één land, regio of stad wonen
- Met 17 miljoen mensen vreedzaam samenleven in een klein land is een hele kunst.
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|