saprofyt

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord saprofyt. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord saprofyt, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je saprofyt in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord saprofyt is hier. De definitie van het woord saprofyt zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansaprofyt, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sa·pro·fyt
enkelvoud meervoud
naamwoord saprofyt saprofyten
verkleinwoord - -

de saprofytm

  1. (plantkunde) plant die van organisch afval leeft
    Deze term is minder juist geworden, sinds enerzijds schimmels niet meer als planten worden beschouwd en als "saprobionten" worden aangeduid wanneer zij van organisch afval leven en anderzijds de planten zonder bladgroen in symbiose met zulke saprobionten blijken te leven en dus ook geen saprofyten zijn.
     Een andere groep paddestoelen leeft van wat bomen zoal op de grond laten vallen (de strooisellaag). Dit zijn de saprofyten.[2]
      De nieuwste proeven van H. Hoffmann (), waarbij het hem gelukte, uit de sporen van Achorion Schönleinii, in gedestilleerd water, en bij de noodige voorzorgen, eene plant van Mucor racemosus Fres. te erlangen, zijn haar ook niet gunstig, evenmin als de daadzaak, dat Penicillium eene saprophyt is, terwijl Mucor op levende en doode organismen beiden leven kan.[3]
  • saprofiet (officiële spelling van 1955 tot 1996)
  • saprophyt (officiële spelling tot 1955)
22 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[4]
  1. saprofyt op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 december 2020 Weblink bron
    Koos van Zomeren
    “De onmisbare paddestoel” (2 november 2007) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 december 2020 Weblink bron
    C.A.J.A. Oudemans
    “Leerboek der plantenkunde. Deel 2” (1870), C. van der Post, Utrecht / C.G. van der Post, Amsterdam, p. 137
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be