schaapsherder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord schaapsherder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord schaapsherder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je schaapsherder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord schaapsherder is hier. De definitie van het woord schaapsherder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanschaapsherder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
schaapsherder
  • schaaps·her·der
enkelvoud meervoud
naamwoord schaapsherder schaapsherders
verkleinwoord

de schaapsherderm

  1. (beroep) hoeder van schapen
    • Catrinus Homan is een schaapsherder in Friesland en Drenthe. De realiteit van zijn beroep ligt ver af van de bucolische idylle die de meeste mensen koesteren over het herdersbestaan. Hij ligt niet met een grasspriet in de mond van het leven te genieten, maar werkt hard om de natuur en zijn kudde gezond te houden. De rust van de hei staat in schril contrast met het drukke leven van de herder. Ach, hoe schoon nog de wereld, die Fries-Drentse hei. Met een likje stress. [2] 
    • Schaapsherder Jelle Kootstra heeft vandaag een bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden in Havelte. "Ik dacht eerst dat het een oude melkbus was", vertelt hij. De EOD is ter plaatste gekomen en maakte de bom onschadelijk. De N353 tussen Frederiksoord en Havelte werd hiervoor enige tijd afgesloten. Inmiddels is de weg weer vrijgegeven. [3]