scheppen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord scheppen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord scheppen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je scheppen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord scheppen is hier. De definitie van het woord scheppen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanscheppen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schep·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scheppen
'sxɛ.pə(n)
schiep
sxip
geschapen
ɣə'sxa.pə(n)
klasse 7 volledig
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
scheppen scheppend
schepping geschapen
schepsel
schepper

Werkwoord

scheppen

  1. overgankelijk het doen ontstaan uit niets
    • In het begin schiep God de hemel en de aarde. 
    • Met deze opmerking schiep hij wat meer duidelijkheid. 
     Een kwetsbaarheid die ruimte schept zodat deuren eerder voor hem opengaan.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scheppen
ˈsxɛ.pə(n)
schepte
ˈsxɛp.tə
geschept
ɣəˈsxɛpt
zwak -t volledig

Werkwoord

scheppen

  1. overgankelijk met bijv. een lepel of spaan een hoeveelheid van een bep. materiaal uit iets (bijv. een vat) naar boven halen, of het juist daarin doen
    • Hij schepte wat soep uit de pan. 
    • Ze schepte zand in haar emmertje. 
  2. overgankelijk, (verkeer) in een aanrijding op het voertuig doen belanden
    • De voetganger werd door een auto geschept, maar raakte wonder boven wonder nauwelijks gewond. 
Synoniemen
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
scheppen scheppend
schep geschept
schop
Hyponiemen

*afscheppen, inscheppen, leegscheppen, omscheppen, onderscheppen, opscheppen, overscheppen, uitscheppen, verscheppen

Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Behagen/Genoegen/Plezier scheppen in
Ergens plezier aan beleven
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de scheppenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schep

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Middelnederlandsch Woordenboek
  3. scheppen (creëren) op website: Etymologiebank.nl
  4. 4,0 4,1 "scheppen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  5. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  6. Bij deze uitdrukking treedt geregeld verwarring op met scheppen in bet. "creëren, vormen", waardoor soms abusievelijk de sterke vervoeging (schiep-geschapen) wordt gebruikt.
  7. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be