Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
se. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
se, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
se in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
se is hier. De definitie van het woord
se zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
se, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie vn.
se
- zich als deel van uit het Latijn ontleende uitdrukkingen
- zich als deel van uit het Frans ontleende uitdrukkingen
het se o
- (onderwijs) deel van het eindexamen dat door de onderwijsinstelling zelf wordt afgenomen
- ▸ De opdeling in centraal examen (ce) en schoolexamen (se) heeft de charme van helderheid en duidelijkheid. In het ce toets je vooral de concepten van een vak, in het se vooral de contexten.
- SE (gangbare vorm, afwijkend van de spellingregels voor afkortingen)
17 % |
van de Nederlanders;
|
43 % |
van de Vlamingen.
|
- Afgeleid van het Nederlandse zijn
se
- z'n, d'r, vormt achtergeplaatst een bezitsrelatie tussen twee naamwoorden
- «Dit is pa se pyp.»
- Dit is vaders pijp.
- «Wie se kar is dit?»
- Wiens auto is dis?
- «R50.- se vleis.»
- Vijftig rand aan vlees.
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *sa
se
- de; mannelijk bepaald lidwoord
se
- één
- Afgeleid van het Middelhoogduitse si / sie
se
- zij, ze; 3e persoon meervoud
- Afkomstig van het Ouddeense werkwoord se
se
- zien
- «Jeg har set en bjørn.»
- Ik heb een beer gezien.
- «Har du set en god film kampesten?»
- Hebt u een kei goeie film gezien?
se
- 3e persoon enkelvoud en meervoud, wederkerend of wederkerig gebruikt. - zich, elkaar
- Afgeleid van het Oudfriese se
se
- ze; 3e persoon vrouwelijk enkelvoud onderwerpsvorm
- Afgeleid van het Oudfriese se
se
- ze; 3e persoon meervoud onderwerpsvorm
se
- als, indien
- «Se avessi fatto come ti dicevo, lei ci sarebbe stata!»
- Als je gehandeld had zoals ik je zei, dan zou zij er geweest zijn!
- Dei se e dei ma son piene le fosse.
Na de feiten is het gemakkelijk om allerlei veronderstellingen en bezwaren te uiten. (letterlijk: De graven zitten vol alsen en maren.)
se
- (roofdieren) hond
sē
- zich, zichzelf (reflexief in een hoofdzin, slaat terug op het onderwerp van die hoofdzin)
- «Māter in speculō sē videt.»
- Moeder ziet zich in de spiegel.
- «Sē amat.»
- Hij houdt van zichzelf.
- hij, zij, het (reflexief in een bijzin, slaat terug op het onderwerp van de hoofdzin)
- «Dux dīcit sē cōpiās vīcisse.»
- De leider zegt dat hij de troepen heeft overwonnen.
- sēsē (versterkt)
- is (niet-reflexief gebruikt)
se
- onbeklemtoonde nominatief van doe
se
- ze; clitische vorm 3e persoon vrouwelijk nominatief enkelvoud
- ze; clitische vorm 3e persoon vrouwelijk accusatief enkelvoud
se
- ze; clitische vorm 3e persoon nominatief meervoud
- ze; clitische vorm 3e persoon accusatief meervoud
- Afgeleid van het Angelsaksische sǣ
se
- (aardrijkskunde) zee; een uitgestrekt oppervlak zoutwater dat het grootste deel van de aarde bedekt
- Afgeleid van het Angelsaksische hēo / hīo
se
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk enkelvoud
- Afgeleid van het Oudsaksische sia / siu
se
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief enkelvoud
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk accusatief enkelvoud
se
- zij, ze; 3e persoon nominatief meervoud
- zij, ze; 3e persoon accusatief meervoud
se
- ze, hun; 3e persoon accusatief meervoud
- IPA: /se/, /sɛɪ/, /ze/, /zɛɪ/
- Afgeleid van het Middelhoogduitse se / sê / sia / su
se
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk nominatief enkelvoud
- haar; 3e persoon vrouwelijk accusatief enkelvoud
- sä, sei, seu, zai, ze, zee, zie
- –
- –
- heur
se
- zij, ze; 3e persoon nominatief meervoud
- hun, ze; 3e persoon accusatief meervoud
- sulie
- jem, jüm
- Afgeleid van het Proto-Slavische *sę
se
- zich, zichzelf
- Afgeleid van het Oudfriese siā
se
- zien
- Afkomstig van het Oudnoordse woord sjá
se
- onovergankelijk zien
- «Se der, nå regner det.»
- Zie daar, het regent nu.
- onovergankelijk kijken
- «Katter ser godt i mørke.»
- Katten zien goed in het donker.
- overgankelijk bekijken
- «Sånn sett er alt i orden.»
- Zo gezien is alles in orde.
- se bort fra
- se etter
- se fram til
- se gjennom
- se igjen
- se med til
- se ned på
|
|
- se opp
- se opp til
- se ovenfor
- se på
- se på fjernsyn
- se på noe "zich iets bekijken"
- se på tv
- se seg for
|
|
- se seg om
- se seg tilbake
- se sitt snitt
- se stivt på
- se stort på
- se ut
|
|
se
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk enkelvoud
se
- zij, ze; 3e persoon vrouwelijk meervoud
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *sa
se
- de; mannelijk bepaald lidwoord
- Afgeleid van het Proto-Slavische *sę
se
- (spreektaal) zich, zichzelf; wederkerend voornaamwoord
- Afgeleid van het Proto-Slavische *sę
se
- zich, zichzelf; accusatief wederkerend voornaamwoord
- «Vidím se v zrcadle.»
- Ik zie mezelf in de spiegel.
se + genitief
- van
- Het voorzetsel se wordt gebruikt voor woorden die beginnen met een s en z en eventueel voor woorden die beginnen met een š en ž of die anders moeilijk uit te spreken zijn. In alle andere gevallen wordt het voorzetsel s gebruikt.
se + instrumentalis
- met
- «Půjdeš se mnou do kina?»
- Ga je met mij mee naar de bioscoop?
- Het voorzetsel se wordt gebruikt voor woorden die beginnen met een s en z en eventueel voor woorden die beginnen met een š en ž of die anders moeilijk uit te spreken zijn. In alle andere gevallen wordt het voorzetsel s gebruikt.
se
- (Münsterlands), (Zuidwestfaals) zij, ze; 3e persoon nominatief enkelvoud
- (Münsterlands) hun, ze; 3e persoon accusatief enkelvoud
- sä, seu
- –
- –
- iär / öhr
se
- (Münsterlands), (Zuidwestfaals) zij, ze; 3e persoon nominatief meervoud
- (Münsterlands) hun, ze; 3e persoon accusatief meervoud
se
- zien