Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
senior. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
senior, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
senior in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
senior is hier. De definitie van het woord
senior zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
senior, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘de oudste, oudere (achter namen)’ voor het eerst aangetroffen in 1807 [1]
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘65-plusser’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1992 [2]
de senior m
- de oudere
senior
- ouder
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- Afkomstig van het Latijnse woord senior, de vergrotende trap van senex.
Naar frequentie
|
1396 (bijvoeglijk naamwoord)
|
senior
- gepensioneerde, senior
een bejaarde
- senior to (maar older than)
Naar frequentie
|
4319 (zelfstandig naamwoord)
|
senior
- ouder, senior
- «Zesty recipes for seniors»
- Pittige recepten voor senioren
- laatstejaarstudent (VS)