vervoeging van de bedrijvende vorm van signeren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | signeren | te signeren | ||||||||
toekomend | zullen signeren | te zullen signeren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gesigneerd | te hebben gesigneerd | ||||||||
toekomend | gesigneerd zullen hebben | gesigneerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
signerend | gesigneerd | ev. signeer |
mv. verouderd signeert |
signere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | signeer | signeert | signeert | signeert | signeert | signeren | signeren | signeren | |||
verleden (o.v.t.) | signeerde | signeerde | signeerde | signeerde | signeerde | signeerden | signeerden | signeerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal signeren | zult/zal signeren | zult/zal signeren | zult signeren | zal signeren | zullen signeren | zullen signeren | zullen signeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou signeren | zou signeren | zou(dt) signeren | zoudt signeren | zou signeren | zouden signeren | zouden signeren | zouden signeren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gesigneerd | hebt gesigneerd | hebt/heeft gesigneerd | hebt gesigneerd | heeft gesigneerd | hebben gesigneerd | hebben gesigneerd | hebben gesigneerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gesigneerd | had gesigneerd | had gesigneerd | hadt gesigneerd | had gesigneerd | hadden gesigneerd | hadden gesigneerd | hadden gesigneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesigneerd hebben | zal/zult gesigneerd hebben | zult/zal gesigneerd hebben | zult gesigneerd hebben | zal gesigneerd hebben | zullen gesigneerd hebben | zullen gesigneerd hebben | zullen gesigneerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesigneerd hebben | zou gesigneerd hebben | zou/zoudt gesigneerd hebben | zoudt gesigneerd hebben | zou gesigneerd hebben | zouden gesigneerd hebben | zouden gesigneerd hebben | zouden gesigneerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gesigneerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gesigneerd | er is gesigneerd | |||||||||
verleden | er werd gesigneerd | er was gesigneerd | |||||||||
toekomend | er zal gesigneerd worden | er zal gesigneerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gesigneerd worden | er zou gesigneerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gesigneerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gesigneerd worden | gesigneerd te worden | ||||||||
toekomend | gesigneerd zullen worden | gesigneerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gesigneerd zijn | gesigneerd te zijn | ||||||||
toekomend | gesigneerd zullen zijn | gesigneerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gesigneerd | wordt gesigneerd | wordt gesigneerd | wordt gesigneerd | wordt gesigneerd | worden gesigneerd | worden gesigneerd | worden gesigneerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gesigneerd | werd gesigneerd | werd gesigneerd | werdt gesigneerd | werd gesigneerd | werden gesigneerd | werden gesigneerd | werden gesigneerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gesigneerd worden | zult gesigneerd worden | zult gesigneerd worden | zult gesigneerd worden | zal gesigneerd worden | zullen gesigneerd worden | zullen gesigneerd worden | zullen gesigneerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gesigneerd worden | zou gesigneerd worden | zou/zoudt gesigneerd worden | zoudt gesigneerd worden | zou gesigneerd worden | zouden gesigneerd worden | zouden gesigneerd worden | zouden gesigneerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gesigneerd | bent gesigneerd | bent/is gesigneerd | zijt gesigneerd | is gesigneerd | zijn gesigneerd | zijn gesigneerd | zijn gesigneerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gesigneerd | was gesigneerd | was gesigneerd | waart gesigneerd | was gesigneerd | waren gesigneerd | waren gesigneerd | waren gesigneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesigneerd zijn | zult gesigneerd zijn | zult gesigneerd zijn | zult gesigneerd zijn | zal gesigneerd zijn | zullen gesigneerd zijn | zullen gesigneerd zijn | zullen gesigneerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesigneerd zijn | zou gesigneerd zijn | zou/zoudt gesigneerd zijn | zoudt gesigneerd zijn | zou gesigneerd zijn | zouden gesigneerd zijn | zouden gesigneerd zijn | zouden gesigneerd zijn |