Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
sist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
sist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
sist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
sist is hier. De definitie van het woord
sist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
sist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
sist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sissen
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sissen
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sissen
- Afkomstig van het Oudnoorse woord síðastr.
|
stellend
|
vergrotend
|
overtreffend
|
onbepaald (sterk)
|
m/v enkelvoud
|
sist
|
sistere
|
sistest
|
o enkelvoud
|
sist
|
meervoud
|
siste
|
bepaald (zwak)
|
enkelvoud en meervoud
|
siste
|
sistere
|
sisteste
|
sist
- laatst
- «Jeg trodde min siste time var kommet.»
- Ik dacht dat mijn laatste uur aangebroken was.
- laagst, slechtst
- vorig
de laatste dingen
het laatste oliesel
het heilige oliesel
- : siste skrik (nyeste mote)
het modesnufje (naar de laatste snit)
de laagste soort
- : sist fredag / uke / sommer
vorige vrijdag / week / zomar
sist
- laatst
sist
- laatste
- «Han burde være den siste til å kritisere deg.»
- Hij zou de laatste zijn om je te bekritiseren.
- Afkomstig van het Oudnoorse woord síðastr.
|
stellend
|
vergrotend
|
overtreffend
|
onbepaald (sterk)
|
m/v enkelvoud
|
sist
|
sistare
|
sistast
|
o enkelvoud
|
sist
|
meervoud
|
siste
|
bepaald (zwak)
|
enkelvoud en meervoud
|
siste
|
sistare
|
sistaste
|
sist
- laatst
- laagst, slechtst
- vorig
- : siste skrik (nyeste moten)
het modesnufje (naar de laatste snit)
de laagste soort
vorige week
sist
- laatst