sleutel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sleutel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sleutel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sleutel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sleutel is hier. De definitie van het woord sleutel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansleutel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
: Sleutels.
: Een Engelse sleutel.
  • sleu·tel
  • In de betekenis van ‘werktuig om slot te openen of te sluiten’ voor het eerst aangetroffen in 1240.[1]
  • erfwoord: Middelnederlands slōtel, sleutel, ontwikkeld uit Oergermaans *slutila-, afleiding bij het werkwoord *slūtan- ‘(af)sluiten’, waaruit sluiten, met het achtervoegsel *-ila voor gereedschappen.[2] Vorm met umlaut is Vlaams, Zeeuws en Hollands; vgl. beugel, teugel. Eveneens Nederduits Slötel, Duits Schlüssel en Oudfries sletel.
enkelvoud meervoud
naamwoord sleutel sleutels
verkleinwoord sleuteltje sleuteltjes

de sleutelm

  1. een instrument waarmee een slot geopend of gesloten kan worden
    • Als je je sleutel echt kwijt bent dan wordt het buiten slapen vannacht. 
  2. (techniek), (gereedschap) een stuk gereedschap om bouten en moeren mee aan te draaien
    • De moer is dolgedraaid, de sleutel heeft er geen grip meer op. 
  3. (techniek) een voorwerp bedoeld om er een mechaniek zoals van een klok of speeldoos mee op te winden, een kraan open te draaien e.d.
    • Achter de pendule ligt de sleutel om hem op te winden. 
  4. een aanwijzing of code waarmee een raadsel kan worden opgelost, een geheim(-schrift) ontcijferd, een cijferslot geopend of toegang kan worden verkregen
    • De sleutel die bij dit geheimschrift hoort, is nog niet gevonden. 
     In 2018 ontdekte een door het Europees ruimteagentschap (ESA) aangestuurde sonde water onder het ijs van de zuidpool van de planeet. Het lokaliseren van ondergronds water vormt de sleutel bij het bepalen van de mogelijkheden tot leven op Mars, evenals bij het vaststellen of het een permanente bron voor een verkenning door mensen kan vormen.[3]
  5. een aandeel of functie die in een groep van groot belang is
    • Wij hebben er hard voor gewerkt, maar zij is de sleutel tot het succes. 
vervoeging van
sleutelen

sleutel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleutelen
    • Ik sleutel. 
  2. gebiedende wijs van sleutelen
    • Sleutel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleutelen
    • Sleutel je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]