Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
spoof. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
spoof, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
spoof in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
spoof is hier. De definitie van het woord
spoof zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
spoof, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de spoof m
- (filmkunst) spottende nabootsing van een film of genre
- ▸ Echt is het filmpje natuurlijk niet. Het bedrijf van Mark Zuckerberg is pas opgericht in 2004. Het filmpje over ‘The Facebook’ is een spoof van de Amerikaanse comedian Brent Weinbach.[1]
- ▸ Scary Movie is een parodie op de Dead Teenager Movie, een subgenre van de horrorfilm dat een paar jaar geleden aan een opleving begon. (…) Scary Movie gaat het meest over Scream, de hit van veteraan Wes Craven uit 1996. Scream verwierf een zekere intellectuele status omdat de film voortdurend speelt met de conventies van het genre; het was een soort postmoderne horrorfilm. De spoof doet niet alsof dat bijzonder is, en sinds Scream II en Scream III is het dat ook niet meer.[2]
- (internet) vervalste e-mail, app of website met gegevens die ten onrechte een vertrouwde herkomst suggereren
- ▸ Spoofing bestaat meestal uit twee elementen – de ‘spoof’ zelf, zoals een vervalste e-mail of website, en het socialengineering-aspect, dat het slachtoffer tot actie aanzet. Spoofers kunnen bijvoorbeeld een e-mail sturen die van een vertrouwde senior collega of manager lijkt te komen, waarin ze je vragen om geld online over te boeken en je hiervoor een geloofwaardige reden geven. Vaak weten spoofers aan welke touwtjes ze moeten trekken om een slachtoffer te manipuleren om de gewenste actie uit te voeren – in dit voorbeeld een frauduleuze overboeking autoriseren – zonder argwaan te wekken.[3]
spoof
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spoofen
- gebiedende wijs van spoofen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spoofen
- Woord bedacht door de komiek Arthur Roberts.[1]
spoof
- hoax, poets, , prank
- (kunst) parodie, spoof
- (internet) spoof , valse e-mail
spoof
- overgankelijk bespotten, een satire maken
- overgankelijk bedriegen, misleiden
- overgankelijk (internet) spoofen
- ↑ spoof, The American Heritage Dictionary of the English Language