Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
start. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
start, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
start in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
start is hier. De definitie van het woord
start zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
start, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de start m
- (sport) begin van een wedstrijd
- De start van de competitie.
- (bij uitbreiding) aanvang, begin, eerste fase van iets in het algemeen
- ▸ De familie zette ons die middag af bij de start van onze route en nam hartelijk afscheid van ons.[2]
start
- enkelvoud tegenwoordige tijd van starten
- gebiedende wijs van starten
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
start
- start
start
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van starten: start
start
- aanvang zn , begin zn , start
start
- overgankelijk beginnen ww , in gang zetten, initiëren, starten ww
- onovergankelijk een aanvang nemen, beginnen ww , van start gaan
- «The rain started at 9:00.»
- Om 9:00 begon het te regenen.
start
- start
- Afkomstig uit het Engels.
start
- gebiedende wijs van starte
start m
- start
- startfase
- : stille til start (delta)
deelnemen
- : få start på (få i gang)
aan de praat krijgen
- Afkomstig uit het Engels.
start
- gebiedende wijs van starta
start
- gebiedende wijs van starte
start m
- aanvang, begin, start
- startfase
start m
- begin, start
start monbezield
- start, begin; de plek waar iets begint
- «Na start závodu dorazily stovky sportovců.»
- Aan de start van de wedstrijd verschenen honderden sporters.
- start, begin; het tijdpunt wanneer iets begint
- «Ředitel popřál všem učitelům úspěšný start nového školního roku.»
- De directeur wenste alle leraren een succesvolle start van het nieuwe schooljaar.
- het opstijgen
- počátek monbezield
- počátek monbezield, zahájení o, spuštění o, nastartování o
- odlet monbezield, vzlet monbezield
- konec monbezield, cíl monbezield
- konec monbezield, ukončení o, závěr monbezield
- přistání o