vervoeging van de bedrijvende vorm van stilleggen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | stilleggen | stil te leggen | ||||||||
toekomend | zullen stilleggen stil zullen leggen |
te zullen stilleggen stil te zullen leggen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben stilgelegd | te hebben stilgelegd | ||||||||
toekomend | stilgelegd zullen hebben | stilgelegd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
stilleggend | stilgelegd | ev. leg stil |
mv. verouderd legt stil |
legge stil (bijzin) stillegge | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | leg stil | legt stil | legt stil | legt stil | legt stil | leggen stil | leggen stil | leggen stil | |||
verleden (o.v.t.) | legde stil | legde stil | legde stil | legde stil | legde stil | legden stil | legden stil | legden stil | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal stilleggen | zult/zal stilleggen | zult/zal stilleggen | zult stilleggen | zal stilleggen | zullen stilleggen | zullen stilleggen | zullen stilleggen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou stilleggen | zou stilleggen | zou(dt) stilleggen | zoudt stilleggen | zou stilleggen | zouden stilleggen | zouden stilleggen | zouden stilleggen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | stilleg | stillegt | stillegt | stillegt | stillegt | stilleggen | stilleggen | stilleggen | |||
verleden (o.v.t.) | stillegde | stillegde | stillegde | stillegde | stillegde | stillegden | stillegden | stillegden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal stilleggen stil zal leggen |
zult/zal stilleggen stil zult/zal leggen |
zult/zal stilleggen stil zult/zal leggen |
zult stilleggen stil zult leggen |
zal stilleggen stil zal leggen |
zullen stilleggen stil zullen leggen |
zullen stilleggen stil zullen leggen |
zullen stilleggen stil zullen leggen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou stilleggen stil zou leggen |
zou stilleggen stil zou leggen |
zou(dt) stilleggen stil zou(dt) leggen |
zoudt stilleggen stil zoudt leggen |
zou stilleggen stil zou leggen |
zouden stilleggen stil zouden leggen |
zouden stilleggen stil zouden leggen |
zouden stilleggen stil zouden leggen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb stilgelegd | hebt stilgelegd | hebt/heeft stilgelegd | hebt stilgelegd | heeft stilgelegd | hebben stilgelegd | hebben stilgelegd | hebben stilgelegd | |||
verleden (v.v.t.) | had stilgelegd | had stilgelegd | had stilgelegd | hadt stilgelegd | had stilgelegd | hadden stilgelegd | hadden stilgelegd | hadden stilgelegd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal stilgelegd hebben | zal/zult stilgelegd hebben | zult/zal stilgelegd hebben | zult stilgelegd hebben | zal stilgelegd hebben | zullen stilgelegd hebben | zullen stilgelegd hebben | zullen stilgelegd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou stilgelegd hebben | zou stilgelegd hebben | zou/zoudt stilgelegd hebben | zoudt stilgelegd hebben | zou stilgelegd hebben | zouden stilgelegd hebben | zouden stilgelegd hebben | zouden stilgelegd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm stilgelegd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt stilgelegd | er is stilgelegd | |||||||||
verleden | er werd stilgelegd | er was stilgelegd | |||||||||
toekomend | er zal stilgelegd worden | er zal stilgelegd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou stilgelegd worden | er zou stilgelegd zijn | |||||||||
lijdende vorm stilgelegd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | stilgelegd worden | stilgelegd te worden | ||||||||
toekomend | stilgelegd zullen worden | stilgelegd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | stilgelegd zijn | stilgelegd te zijn | ||||||||
toekomend | stilgelegd zullen zijn | stilgelegd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word stilgelegd | wordt stilgelegd | wordt stilgelegd | wordt stilgelegd | wordt stilgelegd | worden stilgelegd | worden stilgelegd | worden stilgelegd | |||
verleden (o.v.t.) | werd stilgelegd | werd stilgelegd | werd stilgelegd | werdt stilgelegd | werd stilgelegd | werden stilgelegd | werden stilgelegd | werden stilgelegd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal stilgelegd worden | zult stilgelegd worden | zult stilgelegd worden | zult stilgelegd worden | zal stilgelegd worden | zullen stilgelegd worden | zullen stilgelegd worden | zullen stilgelegd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou stilgelegd worden | zou stilgelegd worden | zou/zoudt stilgelegd worden | zoudt stilgelegd worden | zou stilgelegd worden | zouden stilgelegd worden | zouden stilgelegd worden | zouden stilgelegd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben stilgelegd | bent stilgelegd | bent/is stilgelegd | zijt stilgelegd | is stilgelegd | zijn stilgelegd | zijn stilgelegd | zijn stilgelegd | |||
verleden (v.v.t.) | was stilgelegd | was stilgelegd | was stilgelegd | waart stilgelegd | was stilgelegd | waren stilgelegd | waren stilgelegd | waren stilgelegd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal stilgelegd zijn | zult stilgelegd zijn | zult stilgelegd zijn | zult stilgelegd zijn | zal stilgelegd zijn | zullen stilgelegd zijn | zullen stilgelegd zijn | zullen stilgelegd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou stilgelegd zijn | zou stilgelegd zijn | zou/zoudt stilgelegd zijn | zoudt stilgelegd zijn | zou stilgelegd zijn | zouden stilgelegd zijn | zouden stilgelegd zijn | zouden stilgelegd zijn |