Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stokman. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stokman, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stokman in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stokman is hier. De definitie van het woord
stokman zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stokman, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- samenstelling van stok zn en man zn [1]
- van Middelnederlands stocman, "stok" in de betekenis van houten blok met twee uithollingen waarin de benen van een gevangene werden vastgezet [2]
- , "stok" als slagwapen
- "stok" als staf, het ambtsteken waarmee op een veiling de overdracht van eigendom werd aangegeven
- "stok" als aanduiding voor de geschouderde degen van de soldaat die oorspronkelijk op de munt was afgebeeld
- leenvertaling van Engels stick man
de stokman m
- (verouderd) (beroep) bewaker van gevangenen
- (verouderd) (beroep) (protestantisme) assistent van de koster die de orde in een kerkgebouw moest handhaven
- (…) de porstok was het attribuut van de ‘stokman’ waarmee hij dommelende of oneerbiedig handelende kerkgangers een por gaf om ze bij de les te houden. Volgens een kerkarchief: ‘Hij let voornamelijk op alle onstichtelijkheid of oneerbiedigheid, welke hetzij of omtrent de kerk plaats heeft, en waardoor de goede afloop der godsdienstoefening zou verhinderd worden. [3]
- (verouderd) (beroep) plaatselijke ambtenaar die overlast van honden bestrijdt
- Hondenbelasting en de bijbehorende penningen worden al in de Middeleeuwen gebruikt om de overlast van honden tegen te gaan. Veel steden hebben hondenmeppers in dienst, ook wel hondenslagers of stokmannen genoemd. Zij maken korte metten met zwerfhonden door ze met een stok de kop in te slaan. [4]
- (verouderd) (beroep) plaatselijke ambtenaar die zorgt voor het ordelijk verloop van een veiling
- In vroeger jaren was de dorpsomroeper tevens visafslager, ook wel stokman genoemd. De porties vis, "sneesies" genaamd, weden door middel van een mijnstok aangewezen en hij begon met afmijnen, totdat een van de visvrouwen "mijn" riep. [5]
- ‘En wat doet nu de man, die den stok in de hand heeft?’ ‘O, de stokman? Die bewaert de orde en zorgt er voor, dat iedereen van de visch afblijft. Ook wijst 'ij straks bij de verkooping aen, welke staepel verkocht wordt.’ [6]
- (verouderd) (numismatiek) (figuurlijk) benaming voor muntstuk van één gulden
- »Daar hebt gij drie gulden,” antwoordde Anonymus, “meer heb ik op dit oogenblik niet.” »Nog een' stokman, oude spitsbroeder!” hernam de andere, »nog een enkel stokmannetje. [7]
- (meestal als verkleinwoord) sterk versimpelde afbeelding van een mens waarbij de ledematen als lijntjes worden weergegeven
- De meervouden "stoklui" (informeler) en "stoklieden" (formeler) worden alleen gebruikt bij betekenis -.