strikt

• Geluid:  strikt    (hulp, bestand)
• IPA: / strɪkt / (1 lettergreep)

• strikt

• bn: via Middelnederlands strict van Latijn strictus, in de betekenis van ‘nauwkeurig, streng’ aangetroffen vanaf 1636 ^[1]
• ww:  strik ww  met de uitgang -t

strikt

1. op strenge wijze nauwgezet

   • Er zal op strikte naleving ervan toegezien worden. 

   ▸ Dat ze het vermaak misschien beter konden bewaren voor het bestuursdiner, maar er viel zo veel schitterends te rapporteren over het eerste kwartaal in het leven van het nieuwe bedrijf dat een glas champagne een heel bescheiden zijstapje zou lijken van het normaal gesproken te verwachten striktere verloop van de vergadering.^[2]

   ▸ Voedsel, gas en licht zijn echter niet tweedehands te krijgen en daardoor kon ik mijn eigen regels niet heel strikt naleven.^[3]

• strikt genomen
  eigenlijk

∗ De Nationale 7 is verbonden met de opkomst van de auto in de jaren twintig en dertig. Destijds hadden auto's kleine brandstoftanks en gingen ze vaak kapot. Daarom barst het langs de route van de pompstations en garages, veelal opgetrokken in een betonnen art-decostijl, destijds het toppunt van moderniteit. Vele zijn vervallen, sommige zijn gerestaureerd, zoals een klassiek pompstation in Valence. Het mooiste voorbeeld van deze stijl ligt strikt genomen niet aan de Nationale 7: de Citroëngarage in Lyon.^[4]

strikt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strikken
   

   • Jij strikt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strikken
   

   • Hij strikt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van strikken
   

   • Strikt! 

   ▸ Hij strikt een indrukwekkende lijst namen voor zijn eerste duetalbum.^[5]

• Het woord strikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strikt" herkend door: